INSTALLATIE
Boren in de wand en bevestigen van de beugels
Teken op de wand:
• Een verticale lijn tot het plafond of tot de bovenste grens in het midden van de zone waar de
afzuigkap moet worden gemonteerd;
• Een horizontale lijn op min. 788 mm afstand van het kookvlak.
• Teken een punt (1) op de horizontale lijn op 164 mm rechts van de verticale referentielijn.
• Herhaal deze handeling aan de andere kant en controleer de uitlijning.
• Teken, zoals aangegeven, een referentiepunt (2) op 140 mm afstand van de verticale referen-
tielijn en 540 mm boven het kookvlak.
• Herhaal deze handeling aan de andere kant en controleer de uitlijning.
• Boor gaten van ø 12 mm op de plaats van de getekende punten (1).
• Boor gaten van ø 8 mm op de plaats van de getekende punten (2).
• Plaats de pluggen met de beugel 11a in de gaten (1) en draai ze aan.
• Plaats de plug 11 in de gaten (2).
• Plaats de beugel 7.2.1 op 1-2 mm afstand van het plafond of van de bovenste grens, zoals
aangegeven, en lijn er het midden (inkepingen) van uit op de verticale referentielijn.
• Kruis het midden van de gaten van de beugel aan.
• Plaats de beugel 7.2.1 X mm onder de eerste beugel (X = hoogte standaard bijgeleverde bo-
venste schouw), zoals aangegeven, en lijn er het midden (inkepingen) van uit op de verticale
referentielijn.
• Kruis het midden van de gaten van de beugel aan.
• Boor gaten van ø 8 mm op de plaats van de aangekruiste punten.
• Plaats de pluggen 11 in de gaten.
• Bevestig de onderste beugel 7.2.1 met behulp van de bijgeleverde schroeven 12a (4,2 x 44,4).
• Bevestig de bovenste beugel 7.2.1 met de draagbeugel van het verbindingsstuk 7.3 met behulp
van de bijgeleverde schroeven 12a (4,2 x 44,4).
NL
4 45