Instructies m.b.t. de montage
Overtuigt u er zich van dat de 10-polige connector van de
UP-aankoppelaar zo ligt dat de UP-Wachtersensor de
gewenste montagepositie krijgt (→ afb.1).
Het fysieke adres van de UP-Wachtersensor wordt via de
UP-aankoppelaar vastgelegd. Het is zinvol dit fysieke adres
voor de montage van het toestel in te voeren. Wijzigingen
achteraf zijn mogelijk; u moet hiertoe alleen het toestel
tijdelijk demonteren (→ „Montage / Demontage").
Let bij de montage op de volgende punten:
• De UP-Wachtersensor moet aan een vaste wand
worden gemonteerd, omdat iedere beweging van het
toestel dezelfde werking heeft als een thermische
beweging in het detectiebereik.
• De optimale werking van de UP-Wachtersensor is
gegarandeerd, wanneer de montage naast de
looprichting uitgevoerd is (tangentiale benadering).
• Omdat infraroodstralen geen vaste voorwerpen
doordringen, dient erop te worden gelet dat de UP-
Wachtersensor "vrij zicht" heeft.
• Een minimumafstand van 2 m t.o.v. direct
inschijnende lichten moet worden aangehouden.
NL