2.
Verwijder de spantang.
3.
Draai de afdekkap van het gereedschap los.
Als de spanmoer en de spantang niet van de motoras worden verwijderd,
zal het gereedschap niet goed functioneren.
4.
Monteer de aandrijfadapter op de motoras en draai deze vast.
OM BESCHADIGINGEN AAN HET GEREEDSCHAP TE
!
VOORKOMEN, MAG U DE AANDRIJFADAPTER NIET TE STRAK
AANDRAAIEN. DRAAI DE AANDRIJFADAPTER VINGERVAST EN
DRAAI DAN NOG EENS 1/3 SLAG VAST MET DE SLEUTEL. (Sleutel is
geïntegreerd in uw rotatieregeerdschapkit.)
5.
Schroef het hulpstuk op uw rotatiegereedschap tot de koppeling vast
tegen de behuizing zit. Draai alleen handvast. Het hulpstuk moet op
zo uw rotatiegereedschap zijn geplaatst dat de schakelaar voor de
toerentalregeling op het gereedschap gemakkelijk toegankelijk is.
BLADENEENHEID
GEBRUIK ALTIJD DREMEL ZAAGBLADEN. BLADEN DIE NIET
!
OVEREENKOMEN MET BEVESTIGINGSMATERIAAL ZULLEN
EXCENTRISCH LOPEN, WAARDOOR U DE MACHT OVER HET
GEREEDSCHAP VERLIEST.
1.
Bevestig het hulpstuk op uw rotatiegereedschap. Zorg ervoor dat het
rotatiegereedschap is losgekoppeld en dat de schakelaar in de OFF-
stand staat.
2.
Druk op de as-blokkeringsknop op uw rotatiegereedschap. Draai de
schroef van de opspandoorn los en verwijder deze.
3.
Duw de beschermvoet omhoog op het hulpstuk, plaats het blad op
de opspandoornas, zorg ervoor dat de pijlen op het blad naar buiten
gericht zijn en dat het blad plat op de kraag van de opspandoornas ligt.
Zorg ervoor dat de zaagbladtanden in dezelfde richting wijzen als de
pijlen op de bovenste beschermkap.
Controleer tijdens het intrekken van de onderste beschermkap de
werking en de toestand, inclusief de veer.
4.
Druk op de as-blokkeringsknop op uw rotatiegereedschap. Vervang de
schroef en draai deze stevig vast.
9
A q
69
7
8