Meer water: Linksom draaien.
Minder water: Rechtsom draaien.
● Werken met recyclingwater
Schakelaar waterpomp recyclingwater
1
Geheugenknop
2
Draaiknop
3
(1)Schakel de waterpomp voor het recyclingwater met de
schakelaar van het bedieningspaneel op de armleuning.
Minstens 2 seconden indrukken.
(2)Stel met de draaiknop op het bedieningspaneel de ge-
wenste waterhoeveelheid overeenkomstig het veeg-
goed in (zie onderstaand diagram).
Opmerking: De waterhoeveelheid moet altijd aan de
mate van vervuiling worden aangepast. Te grote water-
hoeveelheden leiden tot lekkage in de afvoerlucht van
het apparaat en kunnen de omgeving van de machine
schaden
(3)Door indrukken van de opslagknop bedienen.
Ingesteld motortoerental van het voertuig
1
Output in %
2
de output in % wordt als een balk op het display weer-
–
gegeven.
Output in liter/min
3
2.4.6 Watercirculatiesysteem/recyclingmodus
In recyclingbedrijf wordt het gevulde water in de vuilwater-
reservoir/vuilreservoir gecirculeerd.
Het wordt via een centrifugaalpomp naar de zuigmond ge-
transporteerd.
Dit recyclingwater wordt direct in de zuigmond aangezo-
gen, door de zijfilters gereinigd en via de klep terugge-
voerd naar de het vuilwaterreservoir/vuilreservoir.
Instructie
Het systeem heeft een tekortsensor die aangeeft dat de
toevoer van het circulatiewater water te laag is. Bij berei-
ken van de grenswaarde wordt de pomp uitgeschakeld
(led in de middenconsole gaat uit).
In dit geval kan vers water via de watersproeiers in de zuig-
mond weer in de kringloop worden geleid.
2.4.7 Vegen
De bediening resp. de toewijzing van de bedieningsconso-
le wordt beschreven in de hoofdstukken over het 2-borstel-
veegsysteem of het 3-bezem-veegsysteem.
2.4.8 Pedaal bezemaandrukkracht
Pedaal bezemaandrukkracht
1
Pedaal kort bedienen: Volledige bezemaanpersdruk en
verhoogd toerental voor sterke vervuiling.
Pedaal ingedrukt houden: Zuigmond blijft bij het achter-
uitrijden onderaan, zuigmateriaal wordt ook bij het achter-
uitrijden opgenomen.
2.4.9 Vulstand vuilreservoir controleren
Van tijd tot tijd de vulstand van het vuilreservoir controle-
ren.
● Bij normaal opgeveegd vuil het vuilreservoir legen, als
het reservoir bijna vol is en uiterlijk, als het zuigvermo-
gen vermindert en vuil blijft liggen.
● Bij opgeveegd vuil dat zwaar is, kan een weergave op
het display gaan branden. Dit geeft aan dat het vuilre-
servoir vol is (gewichtsmeting), hoewel het vuilreservoir
niet vol is.
Nederlands
163