Atos PROVOX TruTone EMOTE Instrucciones De Uso página 19

5b. Afstandsring geluidsadapter
• Als u regelmatig een hogere toon gebruikt, kunt u de afstandsring van de
geluidsadapter (B) verwijderen; draai de geluidsadapterdop los, verwijder de
afstandsring en schroef de dop weer vast.
• Test het apparaat en luister naar de toonkwaliteiten. Als u de voorkeur geeft
aan de tonale kwaliteiten zonder afstandsring, bewaar de afstandsring dan op een
veilige plaats, zoals in de doos die bij uw apparaat is geleverd.
6. De MODUS instellen:
De MODUS-knop bevindt zich binnenin, onder de batterijkap; de pijl op de batterij
wijst naar de knop. (GEEN GEREEDSCHAP!)
OPMERKING: Voor gebruikers met een oudere TruTone
de MODUS-knop de rode afstelknop.
Dit apparaat heeft zes modi. Om de modus te wijzigen, drukt u zowel op de modusknop
als op de aan-uitknop. (De timing is niet essentieel.) De MODUS verandert onmiddellijk,
maar als u de aan-uitknop ingedrukt houdt, hoort u een pieptoon, waarmee de nieuwe
instelling van de MODUS wordt aangegeven. Het aantal pieptonen en de hoogte van
de pieptonen geven aan welke modus is ingesteld.
MODI 1-4: Zijn zoals de originele TruTone
bereiken. #1 is monotoon en de modi 2 tot en met 4 hebben een toenemend bereik op
de knop. De pieptoon geeft de modus aan.
Modus 1 - Monotoon
Modus 2 - Lage tonale variaties
Modus 3 - Middelgrote tonale variaties
Modus 4 - Hoge tonale variaties/2-octaafbereik.
MODI #5-6: In de volumemodus kunt u het volume regelen met de aan-uitknop in
plaats van de toon. Dit is voor mensen die de toonregeling niet gebruiken, en maakt
volumeregeling mogelijk zonder de knop te bewegen. Een zeer lichte aanraking laat
u met uw fluisterstem spreken, terwijl stevig indrukken geluid op vol volume afgeeft.
De volumeregelknop beperkt nog steeds het maximale volume. Als u naar deze modi
overschakelt, hoort u een toenemende toon in plaats van een constante pieptoon.
Modus 5 - Lage gevoeligheid-vol volume vereist meer druk.
Modus 6 - Hoge gevoeligheid-vol volume vereist minder druk. 3 toenemende tonen
7. Batterijen en opladen
1. Gebruik alleen goedgekeurde lithium-ionbatterijen.
2. Plaats batterij (F) zoals afgebeeld; deze past maar op één manier. Het uitlijningsetiket
van de batterijaansluiting (H) wijst naar boven, met de rode draad naar rechts.
3. Gebruik deze totdat het volume begint te vervagen, wat gebeurt bij een batterij die
voor 80% leeg is. De batterij gaat daarna nog ongeveer een week mee (afhankelijk
van uw gesprekstijd), en de batterijduur wordt verlengd door het volume te verlagen.
7a. Indicatielampje batterij bijna leeg:
Het LED-lampje gaat branden als de batterij voor 80% (of meer) leeg is wanneer u
op de aan-uitknop drukt, om u te laten weten dat de batterij volledig werkt, maar dat
het bijna tijd is om op te laden.
7b. Opladen
• U kunt proactief met een schema opladen, d.w.z. één keer per week, of één keer
per twee weken.
• Om op te laden, trekt u de USB-stofkap (U) aan het bovenste einde weg.
Daaronder bevindt zich de USB-oplaadstekker (V).
• Steek een micro-USB-kabel in de USB-oplaadstekker (V).
• Specificaties oplader: 5 V, 750 mA minimum (of 0,75 A minimum).
7c. Indicatielampje, opladen:
• Tijdens het opladen blijft het LED-indicatielampje branden.
®
-elektrolarynx, met vier vooraf ingestelde
®
1 keer piepen
2 keer piepen
3 keer piepen
4 keer piepen
-elektrolarynx, vervangt
2 toenemende tonen
19