• Beweeg de liftkrachtregelaar iets naar
boven als de helikopter teveel daalt.
• Beweeg de liftkrachtregelaar weer iets
naar beneden als de helikopter teveel
stijgt.
• Het is vaak al genoeg om de richtingsre-
gelaar een heel klein beetje in de
gewenste richting te tikken om een
bocht te maken. De eerste keren dat
met de helikopter wordt gevlogen, heeft
men meestal de neiging de regelaars te
heftig te bedienen. Beweeg de rege-
laars altijd langzaam en voorzichtig, in
geen geval snel en schokkerig.
DE GESCHIKTE VLIEGOMGEVING:
De plaats waar u met de helikopter vliegt, moet voldoen aan de volgende criteria:
• Het moet een gesloten ruimte zijn, waar het windstil is. Zorg er indien mogelijk voor, dat
er geen luchtstromen worden veroorzaakt door airconditioning, ventilatiekachels enz.
• De ruimte moet ten minste 10 meter lang, 6 meter breed en 3 meter hoog zijn.
• Er mogen zich geen storende voorwerpen in de ruimte bevinden (ventilatoren,
lampen enz.).
• Verzeker u er vóór het starten in ieder geval van, dat alle levende wezens, inclusief
de piloot, zich op meer dan 1 à 2 meter van de vliegmachine bevinden wanneer deze
opstijgt.
LET OP!
Het is sinds 2005 verplicht verzekerd te zijn voor modelvliegtuigen en -helikopters
waarmee buiten gevlogen wordt. Neem contact op met uw aansprakelijkheidsverzekeraar
en verzeker u ervan, dat uw nieuwe en vorige modellen door deze verzekering worden
gedekt. Laat een schriftelijke bevestiging opmaken en bewaar deze goed. Als alternatief
biedt de Deutsche Modellflieger Verband (DMFV, Duitse modelvliegersvereniging) op
internet onder www.dmfv.aero een gratis proeflidmaatschap incl. verzekering aan.
8 DE ROTORBlaDEN VERVaNgEN
Als de rotorbladen van de helikopter beschadigd raken, moeten deze worden
vervangen. Ga als volgt te werk:
Let er bij de montage op, dat u de rotorbladen niet verwisselt. De rotorbladen zijn
gemarkeerd met "A" en "B" (8A). Rotorbladen van het type "A" worden boven gemon-
teerd, rotorbladen van het type "B" onder.
8B Draai de schroef voorzichtig uit het rotorblad met een kruiskopschroevendraaier.
8C Trek het rotorblad voorzichtig uit de houder.
8D Steek het nieuwe rotorblad voorzichtig in de houder en draai de schroef vast.
Let op: draai de schroef niet te vast aan. Het rotorblad moet wat speling hebben.
9 DE HElIkOPTER PROgRaMMEREN
• Plaats de programmeer-cd in het schijfstation van uw computer en start het program-
ma "SJ_Helicopter.EXE".
• Steek de mini-USB-stekker van de USB-lader in de mini-USB-poort (1E).
Steek dan de USB-lader in een vrije USB-poort van uw pc.
28
• Beginners kunnen na het afstellen van
de trim het best eerst de beheersing
van de liftkrachtregelaar oefenen. De
helikopter hoeft aanvankelijk niet per se
rechtuit te vliegen. Het is beter om eerst
te proberen een constante hoogte van
ongeveer een meter boven de grond te
handhaven door de liftkrachtregelaar
steeds kortstondig aan te raken. Oefen
daarna pas met het naar links en rechts
sturen van de helikopter.
• Het kan enkele ogenblikken duren, voordat de driver is geïnstalleerd en de
helikopter met de pc verbonden is. Dan verdwijnt de rode "X" rechtsboven in
het programmeervenster (9A).
• Wanneer de rode "X" niet meer zichtbaar is, is de helikopter verbonden met de
computer en kunt u beginnen met programmeren.
• Onder "Language" kunt u de taal van de software wijzigen (9B).
• In de velden 1 t/m 12 kunt u de gewenste tekst invoeren. U kunt ca. 120 tekens
gebruiken. (9C).
• Klik op "System" om een ander lettertype te kiezen (9D). U kunt het gewenste
lettertype selecteren in de keuzelijst.
• Bij (9E) kunt u bepalen, hoe uw tekst in en uit beeld komt cq. gaat.
• Klik op het vakje rechts naast het tekstveld (9F) om uw tekst te bewerken of
zelf iets te tekenen.
• U kunt de kleur van het lettertype veranderen onder "Map lichtkleur" (9G).
Opmerking: de kleurinstelling is alleen van toepassing op de preview, op de
helikopter wordt de tekst steeds rood weergegeven.
• Klik op "Starten" om een preview te zien (9G).
• Wanneer u alles naar wens hebt ingesteld, klikt u op "Verzenden" (9H). De tekst
wordt nu naar de rotor geüpload. LET OP: U kunt alleen op "Verzenden" klikken,
als de helikopter verbonden is met de computer.
• U kunt tevens uw instellingen opslaan, verwijderen of eerder opgeslagen gegevens
oproepen (9I).
PROBlEEMOPlOSSINg
Probleem: De rotorbladen bewegen niet.
Oorzaak:
• De ON/OFF-schakelaar staat op "OFF".
• De accu is te zwak of leeg.
Oplossing: • Zet de ON/OFF-schakelaar op "ON".
• Laad de accu op.
Probleem: De helikopter stopt zonder zichtbare oorzaak tijdens de vlucht en
verliest hoogte.
Oorzaak:
• De accu is te zwak.
Oplossing: • Laad de accu op.
Probleem: De helikopter kan niet worden bestuurd met de zender.
Oorzaak:
• De ON/OFF-schakelaar staat op "OFF".
• De batterijen werden verkeerd geplaatst.
• De batterijen hebben niet voldoende energie meer.
Oplossing: • Zet de ON/OFF-schakelaar op "ON".
• Controleer of de batterijen juist zijn geplaatst.
• Plaats nieuwe batterijen.
Probleem: De helikopter draait alleen nog naar links of naar rechts om zijn
eigen as.
Oorzaak:
• Te sterke trim naar links of rechts.
Oplossing: • Herstel de trim door de trimregelaar in tegengestelde richting te
drukken (zie punt 6, trimmen van de besturing).
Op www.revell-control.de vindt u meer tips en trucs.
29