4.1. KLEMMENBORD M1
4.1.1 O
A
PEN
Klemmen "OPEN A - COM 2". Arbeidscontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige voorziening aan (drukknop, sleutelschakelaar,
enz. ...) die een commando geeft voor volledige opening van de poort. De werking van dit contact wordt gedefinieerd door de
parameter D.
•Een impuls van OPEN A, volledige opening, heeft altijd voorrang boven OPEN B, gedeeltelijke opening.
•Als u meerdere impulsgevers wilt installeren, moeten de contacten parallel worden aangesloten.
4.1.2 O
B
PEN
Klemmen "OPEN B - COM 2". Arbeidscontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige voorziening aan (drukknop, sleutelschakelaar,
enz. ...) die een commando geeft voor gedeeltelijke opening van de vleugel. De gedeeltelijke opening is niet regelbaar, zij is gelijk
aan 30% van de volledige opening, zoals die is opgeslagen in het geheugen.
• Een impuls van OPEN A, volledige opening, heeft altijd voorrang boven OPEN B, gedeeltelijke opening.
• Als u meerdere impulsgevers wilt installeren, moeten de contacten parallel worden aangesloten.
4.1.3 STOP-
COMMANDO
Klemmen "STOP - COM 2". Rustcontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige veiligheidsvoorziening aan (drukknop, sleutel-
schakelaar, enz. ...) die de beweging van de poort moet laten stoppen. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led
DL2 "STOP".
• Als er geen STOP-voorzieningen worden aangesloten, moet de ingang worden overbrugd.
• Als u meerdere STOP-voorzieningen wilt installeren, moeten de rustcontacten in serie worden aangesloten.
4.1.4 V
EILIGHEDEN BIJ SLUITING
Klemmen "FSW CL - COM 2". Rustcontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige veiligheidsvoorziening aan (fotocellen, veilighei-
dslijst, enz. ...) die moet ingrijpen op de sluitende beweging van de poort, waarbij de beweging van de poort wordt omgekeerd
tot aan volledige opening, zoals die in het geheugen is opgeslagen. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led DL3
"FSW-CL".
• Als er geen veiligheidsvoorzieningen voor de sluitende beweging worden aangesloten, moet de ingang worden over-
brugd.
• Als u meerdere veiligheidsvoorzieningen voor de sluitende beweging wilt installeren, moeten de rustcontacten in serie
worden aangesloten.
4.1.5 V
EILIGHEDEN BIJ OPENING
Klemmen "FSW OP - COM 2". Rustcontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige veiligheidsvoorziening aan (fotocellen, veili-
gheidslijst, enz. ...) die moet ingrijpen op de openende beweging van de poort door de beweging van de poort te blokkeren. Bij
deactivering van de veiligheid zal de beweging weer gewoon worden hervat, en wordt de in het geheugen opgeslagen cyclus
uitgevoerd. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led DL4 "FSW-OP".
• Als er geen veiligheidsvoorzieningen voor de openende beweging worden aangesloten, moet de ingang worden
overbrugd.
• Als u meerdere veiligheidsvoorzieningen voor de openende beweging wilt installeren, moeten de rustcontacten in serie
worden aangesloten.
4.2 KLEMMENBORD M2
4.2.1 E
NCODER
Klemmen "SIG. - -ENC - +ENC". Gebruik de bij de besturingsunit geleverde encoder. Verbind met de klem "SIG:" het terugwaartse
signaal van de klem "S" van de encoder, verbind met de klem "-ENC" de klem "V-" van de encoder, en met de klem "+ENC" de
klem "V+" van de encoder.
• De besturingsunit kan alleen correct werken als er een encoder wordt gebruikt
• Voor de werking van de encoder moet de hierboven beschreven verbinding tussen de klemmen in acht worden
genomen.
4.2.2 E
INDSCHAKELAAR VOOR SLUITING
Klemmen "COMF - FCC ". Rustcontact. Sluit op deze klemmen de eventuele eindschakelaar voor de sluiting aan. Deze grijpt in door
de sluitende beweging van de poort te stoppen. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led DL5 "FCC".
• Als er geen eindschakelaar voor sluiting wordt gebruikt, moet de ingang worden overbrugd.
4. AANSLUITINGEN EN WERKING
(
)
OPTIONEEL
3