•
Het gebruik van autostoeltjes kan op sommige autostoelen, die zijn
vervaardigd van gevoelige materialen, sporen en/of verkleuring nalaten. Om
dit te voorkomen, plaats een deken, handdoek of iets gelijkaardig onder het
autostoeltje om de autostoel te beschermen.
PRODUCTONDERDELEN
Stoelverkleiner (1)
Maataanduiding (2)
Steunpoot (3)
ISOFIX-ontgrendelknoppen (4)
ISOFIX-vergrendelalarmen (5)
ISOFIX-fixatiepunten (6)
ISOFIX-indicator (7)
Instelknop van steunpoot (8)
Steunpootindicator (9)
Stoelvergrendelingindicator (10)
Lineaire zijwaartse bescherming
(L.S.P.) (11)
VERSCHILLENDE TOEPASSINGEN VAN HET ZITJE
45 – 105 cm,
0 M – approx. 4 Y
max. 18 kg
45 – 60 cm
> 60 cm
L.S.P. Ontgrendelknop (12)
Hoofdsteun (13)
Hoofdsteunverstelhendel (14)
Positieverstelhendel (15)
Instelknop van riem (16)
Schouderriem (17)
Riemgesp (18)
Gesptong (19)
Buikriemen (20)
Centrale afstelriem (21)
Vakje voor gebruiksaanwijzing (22)
76 – 105 cm,
> 15 M – approx. 4Y
max. 18 kg
De stoelverkleiner (1) zit al in het autostoeltje wanneer u dit uit de doos neemt.
U moet de stoelverkleiner verwijderen als uw kind groter is dan 60 cm. De
maataanduiding (2) toont de grootte die uw kind moet bereiken voordat de zitting
kan worden gebruikt voor gebruik in de rijrichting.
DE CORRECTE POSITIE IN HET VOERTUIG
Dit is een i-Size Verbeterd beveiligingssysteem voor kinderen. Het is goedgekeurd
in overeenstemming met VN-reglement nr. R129/03, voor gebruik in i-Size
compatibele zitplaatsen, zoals aangeduid door de autoproducenten in hun
gebruiksaanwijzingen. Als uw voertuig geen i-Size zitplaats heeft, lees dan de
bijgevoegde lijst met voertuigtypes. U vindt de meest recente versie van de
typelijst op www.cybex-online.com.
INSTALLATIE IN HET VOERTUIG
Zorg er altijd voor dat...
•
de rugleuningen in het voertuig vergrendeld zijn in de rechtopstaande positie.
•
wanneer het kinderstoeltje wordt geïnstalleerd op de passagiersstoel vooraan,
zet de autostoel dan zo ver mogelijk achteruit.
1. Vouw de Steunpoot (3) uit tot die vergrendelt in de voorste positie.
2. Ontgrendel de ISOFIX-ontgrendelknoppen (4) om de ISOFIX-
vergrendelarmen uit te strekken (5).
De ISOFIX-ontgrendelknoppen kunnen beide onafhankelijk van elkaar worden
ontgrendeld waardoor de ISOFIX-vergrendelarmen onafhankelijk kunnen
worden ingesteld.
3. Duw de ISOFIX-vergrendelarmen (5) uit het autostoeltje tot hun grootste
reikwijdte.
4. Plaats het autostoeltje op een passende autostoel in het voertuig.
5. Duw de ISOFIX-vergrendelarmen (5) in de ISOFIX-fixatiepunten (6) tot deze
vergrendelen met een hoorbare "KLIK". De twee ISOFIX-indicatoren (7) zullen
overschakelen van ROOD naar GROEN.
6. Bevestig dat de autostoeltje goed bevestigd is door deze uit de ISOFIX-
fixatiepunten (6) te proberen te trekken.
7. Duw het autostoeltje in de richting van de hoofdsteun van de autostoel tot dit
volledig op een lijn zit met de rugleuning.
Het autostoeltje heen en weer bewegen zal ervoor zorgen dat dit door de
rugleuning van het voertuig wordt ondersteund.
8. Druk op de instelknop van de steunpoot (8) en strek de poot uit tot deze de
deur van het voertuig raakt.
NL
19