Achterkant
Wi-Fi Protected Setup™ (WPS)-knop (1): Druk op deze knop om eenvoudig draadloze beveiliging te
configureren op netwerkapparaten die WPS ondersteunen. Het lampje onder de knop gaat wit
knipperen tijdens de WPS-koppeling.
Resetknop (2): Houd deze knop ingedrukt tot het statuslampje gaat knipperen, om de
fabrieksinstellingen van de router te herstellen.
Ethernet-poorten (3): Sluit Ethernet-kabels (ook wel netwerk- of internetkabels genoemd) aan op
deze Fast Ethernet-poorten (10/100/1000) om apparaten via een kabel met uw netwerk te
verbinden. De lampjes onder de poorten gaan alleen branden als er een Ethernet-kabel is aangesloten
en er gegevensverkeer op de kabel plaatsvindt.
Internetpoort (4):Sluit uw modem met behulp van een Ethernet-kabel aan op deze poort. Het lampje
onder de poort gaat alleen branden als er een Ethernet-kabel is aangesloten en er gegevensverkeer
op de kabel plaatsvindt.
USB 3.0-poort (5): Sluit een USB-station aan om het te delen op uw netwerk.
Voedingsaansluiting (6): Sluit de meegeleverde wisselstroomadapter aan op deze poort.
Aan/uit-schakelaar (7): Druk op | (aan) om de router aan te zetten.
4