Korte montagehandleiding (Nederlands)
Netaansluiting uitvoeren (4-draads aansluiting, TN-C-systeem)
L1, L2, L3, PEN door de kabelwartel in de AC-aansluitruimte voeren.
1.
Kabels in overeenstemming met het opschrift van de klemmenstroken voor de printplaten aansluiten (zie
afbeelding 8/9/11 (pos. 1) binnenin op de flap van de omslag aan de voorkant)
2. Controleren of alle aangesloten kabels met het juiste aanhaalmoment (zie tabel 1 in hoofdstuk 7.2.3) zijn aan-
gesloten.
3. Kabelwartel vastdraaien.
»
De omvormer is nu op het kabelnet aangesloten.
OPMERKING
In het laatste gedeelte van de installatie dient een AC-zijdige scheidingsvoorziening te worden aan-
gebracht. Deze scheidingsvoorziening zodanig aanbrengen dat zij op ieder moment ongehinderd is
te bereiken.
NL
NL
OPMERKING
Als op grond van het installatievoorschrift een aardlekschakelaar nodig is, dan moet een aardlek-
schakelaar van het type A worden gebruikt.
Bij gebruik van het type A, moet in het menu "Parameter" de isolatie-drempelwaarde op groter dan/
gelijk aan (≥) 200kOhm worden ingesteld (hoofdstuk 8.3.2 pagina 42 in de Engelse gebruiksaanwij-
zing).
Bij vragen over het geschikte type neemt u contact op met de installateurs of de klantenservice van
KACO new energy.
OPMERKING
Bij een hoge kabelweerstand, d.w.z. bij een grote lengte van de kabel aan de netzijde, wordt de
spanning aan de netklemmen van de omvormer tijdens het voedingsbedrijf verhoogd. De omvormer
bewaakt deze spanning. Als deze de landspecifieke grenswaarde van de netoverspanning over-
schrijdt, gaat de omvormer uit.
6.7.4
(7.4.3) PV-generator op aardsluiting controleren
PV-generator op aardsluiting controleren
1.
Gelijkspanning tussen
aarde (PE) en pluskabel van de PV-generator vaststellen.
aarde (PE) en minkabel van de PV-generator vaststellen.
Als stabiele spanningswaarden worden gemeten, is een aardsluiting in de DC-generator resp. in de bekabeling
aanwezig. De verhouding van de gemeten spanningswaarden ten opzichte van elkaar duidt op de locatie van
deze fout.
2. Mogelijke fouten vóór verdere metingen herstellen.
3. Elektrische weerstand tussen
aarde (PE) en pluskabel van de PV-generator vaststellen.
aarde (PE) en minkabel van de PV-generator vaststellen. Neem voor het overige in acht dat de PV-generator in
totaal een isolatieweerstand van meer dan 2,0 Mohm heeft, omdat de omvormer bij een te lage isolatieweerstand
anders niet voedt.
4. Mogelijke fouten vóór het aansluiten van de DC-generator herstellen.
OPMERKING
De drempelwaarde, vanaf welke de isolatiebewaking een storing meldt,
kan worden ingesteld in het menu "Parameters".
Pagina 48
Let op kabeldoorsneden van voldoende grootte resp. korte kabellengten.
Korte handleiding blueplanet 50.0 TL3 M1 WM _NL