Opstelling
Waarschuwing
1. Neem de elektrode uit de verpakking en inspecteer deze
op beschadiging.
2. Breng de elektrode in het werkkanaal van de resectoscoop in
en controleer of de elektrode stevig op zijn plaats is vergrendeld
door (indien van toepassing) voorzichtig aan de stabilisatiehoes
van de elektrode te trekken. Knijp niet in de stabilisatiehoes.
3. Bevestig de resectoscoop aan de elektrochirurgische generator
volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
4. Bevestig de aardingsplaat op de patiënt.
Gebruik
Waarschuwing Elektroden worden niet-steriel verzonden.
1. Breng de gecombineerde constructie van elektrode/resec-
toscoop in de resectoscoophuls in en plaats deze op het eerste
punt waar elektrische energie moet worden toegediend.
2. Stel de elektrochirurgische generator in op vermogensniveaus
die overeenstemmen met standaardprocedures voor ablatie/
resectie. Vermogensinstellingen lopen aanzienlijk uiteen,
afhankelijk van de voorkeuren van de chirurg, de techniek,
het type ingreep, het type elektrochirurgische generator
en de tipstijl. Als algemene richtlijn kunnen de volgende
vermogensinstellingen worden gebruikt:
• In de 'snij'-modus dient u te beginnen met een lage vermo-
gensinstelling en deze geleidelijk te verhogen tot het gewenste
elektrochirurgische effect is verkregen.
Let op
In de 'snij'-modus mag het vermogen van 280 W
of de piekspanning van 5000 V niet worden
overschreden. Dit kan leiden tot het falen van
het product.
• In de 'coagulatie'-modus dient u te beginnen met een lage
vermogensinstelling en deze geleidelijk te verhogen tot het
gewenste elektrochirurgische effect is verkregen.
Let op
In de 'coagulatie'-modus mag het vermogen van
200 W of de piekspanning van 5000 V niet worden
overschreden. Dit kan leiden tot het falen van
het product. Let op dat er geen vonkontladingen
ontstaan bij hoge coagulatie-instellingen.
• Als het weefsel geen of weinig effect vertoont, controleert
u de generator, de stroomkabels, de aardingsplaat en
de elektrode.
• Het vermogensniveau kan enigszins worden aangepast voor
verschillende patiënten en als een volgende keer weefsel
wordt verwijderd.
3. Zorg dat de resectoscoop constant wordt geïrrigeerd met
een steriel irrigatiemiddel. Zorg dat de distale tip van
de elektrode te allen tijde zichtbaar is en in het irrigatiemiddel
is ondergedompeld.
4. Als zich weefsel heeft opgehoopt op de elektrodetip, kan dit
de werking nadelig beïnvloeden. Reinig de tip met een steriele,
pluisvrije doek en/of een niet-ontvlambaar reinigingsmiddel.
Waarschuwing Om schokken en/of brandwonden bij
Ontsmetting
Deze ontsmettingsinstructies zijn in overeenstemming met
ISO 17664. Hoewel deze door de fabrikant van het medische
hulpmiddel goed zijn bevonden voor de voorbereiding van het
hulpmiddel voor hergebruik, blijft het de verantwoordelijkheid
van de gebruiker om ervoor te zorgen dat het ontsmetten, en het
gebruik van apparatuur, materiaal en personeel in de ontsmet-
tingsinstelling, het gewenste resultaat biedt. Gewoonlijk is hiervoor
validatie en routinematige controle van het proces vereist.
Waarschuwingen
Gebruik uitsluitend de sterilisatiecycli die in dit document worden
beschreven. Niet-gespecificeerde sterilisatiecycli kunnen de
elektrode beschadigen of tot onvolledige sterilisatie leiden.
Beperkingen met betrekking tot ontsmetting
N.v.t.
Instructies
Gebruikspunt
Veeg met papieren wegwerphanddoekjes overtollig vuil van
het hulpmiddel.
Gebruik de elektrode niet als deze duidelijke
tekenen van beschadiging vertoont of als het
isolatiemateriaal niet intact is.
Reinig en steriliseer alle elektroden
vóór gebruik.
de gebruiker te vermijden, schakelt
u de stroom naar de generator uit
voordat u de elektrode aanraakt.
NL-27