Indien u de flitser gebruikt in combinatie met een Digitale Reflexcamera zullen de diverse functies /
◆
mogelijkheden sterk afhankelijk zijn van het gebruikte objectief type en de gekozen meet methode,
dit is vergelijkbaar met de F5 en F100 serie's. (De TTL modus zal altijd de D-TTL of i-TTL zijn)
MAXIMALE PRESTATIES BIJ CONTINU FOTOGRAFEREN.
Om oververhitting te voorkomen dient u uw flitser tenminste 10 minuten niet te gebruiken na het aantal
flitsen in de onderstaande tabel:
TTL, M(1/1,1/2)
M(1/4, 1/8)
M(1/16-1/32)
HANDMATIGE FLITSINSTELLING
Als de opname moeilijk correct te belichten is met de TTL instelling, is het aan te bevelen om de flitser
handmatig in te stellen. Met de handmatige instelling is het mogelijk om de flitsintensiteit in te stellen
van 1/1 (volledig) tot 1/64 (0.3 stop).
1. Stel de belichting van de camera in (A, M modes)
2. Druk op de MODE toets om M(anual) te selecteren
3. Het richtgetal knippert wanneer u op de SEL toets drukt.
4. Druk op de * of de * toets om de gewenste flitsintensiteit in te stellen.
5. Als u nogmaals op de SEL toets drukt, zal de ingestelde
flitsintensiteit stoppen met knipperen en zichtbaar blijven
6. Na het oplichten van het 'flitsklaar' licht, is de camera klaar voor opname.
Het juist instellen van de lichtdosering
Zie pagina 42 (Tabel A) combinatie 1
Lees de afstand tot het onderwerp af op de scherpstelring van het objectief. Stel vervolgens de
diafragmawaarde op het objectief zo in dat de afstand weergegeven op het LCD display ongeveer
gelijk is aan de afstand tot het onderwerp.
Indien u een andere camera gebruikt als omschreven werkt u als volgt
Lees de afstand tot het onderwerp af op de scherpstelring van het objectief. Wijzig vervolgens de
lichtdosering of de diafragmawaarde op het LCD display.
Om de diafragmawaarde te wijzigen gaat u als volgt te werk
1. Druk diverse keren op de SEL toets tot dat de diafragmawaarde gaat knipperen
2. Druk op de + en – toets om de juiste diafragmawaarde te kiezen
3. Druk weer op de SEL toets zodat de gekozen diafragmawaarde niet meer knippert
Zorg er voor dat de afstand zoals weergegeven op het LCD display ongeveer gelijk is aan de
werkelijke afstand tot het onderwerp.
Stel vervolgens de gekozen diafragmawaarde in op het objectief.
◆ U kunt de correcte belichting berekenen met onderstaande formule:
Richtgetal : afstand tot het onderwerp = diafragma-opening / waarde
De flitser berekent de juiste instelling eveneens met deze formule (zie de tabel 1 op de vorige pagina)
HANDMATIGE INSTELLING MET AFSTAND VOORKEUZE.
Bij deze instelling zal de EF-610 DG SUPER NA i-TTL automatisch de juiste hoeveelheid licht bij de
gekozen afstand en diafragma waarde.
◆ Deze instelling is niet mogelijk met de D1X en D1H Digitale Reflexcamera's.
43
Mode
Multi
Aantal flitsen
20 flitsen achter elkaar
25 flitsen achter elkaar
40 flitsen achter elkaar
10 cycli