Volvo Penta 3587055 Instrucciones De Usuario Y De Instalación página 41

In elkaar zetten
1.
Plaats het deksel over de omvormer (zie Afb. 8). Lijn de
gaten in het deksel uit met de gaten in de omvormer en
de console..
Zorg ervoor dat de tab onder het deksel past onder de
snelheidssensor. Dit helpt bij het op zijn plaats vergren-
delen van het deksel.
2.
Plaats de twee machineschroeven die de moeren opslu-
iten, in de gleuven in de achterkant van de steun. Haal
de machineschroeven aan tot de omvormer zonder hulp
in de stand "omhoog" (gelost) blijft staan.
3.
Plaats de zijrails van de snelheidssensor in de kanalen
op de achterkant van de omvormer. Schuif de snelheids-
sensor omlaag. Bevestig deze op zijn plaats met de twee
, #6 x 5/8", zelftappende schroeven. Zorg ervoor dat de
tab op het deksel wordt opgesloten.
Testen op het water
1.
Raak vertrouwd met de prestatie van uw echolood bij
een snelheid van 4 knopen.
2.
De snelheid van de boot geleidelijk verhogen en de gra-
duele afname van de prestatie waarnemen vanwege het
wilde water dat over het actieve oppervlak van de om-
vormer stroomt.
3.
Als de afname te plotseling is (niet gradueel), identificeer
dan de bootsnelheid waarbij het wegvallen plaatsvond.
Breng de boot terug naar deze snelheid en verhoog ver-
volgens de snelheid geleidelijk terwijl matige bochten
worden gemaakt in beide richtingen.
4.
Als de prestatie tijdens de bochten verbetert, dient de
positie van de omvormer waarschijnlijk te worden afgest-
eld. Dat is waarschijnlijk in aan lucht blootgesteld water.
Beweeg de omvormer verder in het water met intervallen
van 3 mm. Als de prestatie niet naar tevredenheid verbe-
tert, verplaats de omvormer dan dichter naar de hartlijn
van de boot. Vul ongebruikte schroefgaten met wateraf-
dichtmiddel.
Varen met hoge snelheid [boven 35 knopen] kan min-
der projectie in het water vereisen om de prestatie te ver-
beteren.. Als de sensor goed is gemonteerd, kan deze
correct werken tot 44 knopen.
Trekken van de kabel
Trek de sensorkabel over de hekbalk, door een afvoer-
gat, of door een nieuw gat dat werd geboord in de hek-
balk boven de waterlijn.
BELANGRIJK! De kabel nooit inkorten of het
koppelstuk verwijderen na de afsluiting, dat zal
de garantie doen vervallen.
WAARSCHUWING! Draag altijd een veiligheids-
bril en een stofmasker.
1.
Als een gat moet worden geboord door de hekbalk, kies
dan een plaats ruim boven de waterlijn (zie Afb. 5).
Controleer op belemmeringen zoals trimtabs, pompen of
bedrading binnen in de romp. Markeer de plaats met
een stift. Boor een gat met behulp van een bit met de ge-
schikte afmeting om plaats te bieden aan het koppelstuk.
2.
Trek de kabel over of door de hekbalk.
3.
Op de buitenkant van de romp de kabel vastzetten tegen
de hekbalk met behulp van de kabelklemmen. Plaats
een kabelklem 50 mm boven de console en markeer het
montagegat met een stift.
4.
Plaats de tweede kabelklem halverwege de eerste klem
en het kabelgat. Markeer dit montagegat.
5.
Als een gat in de hekbalk werd geboord, open dan de
corresponderende gleuf in het kabeldeksel. Plaats het
deksel over de kabel waar deze in de romp verdwijnt.
Markeer de twee montagegaten.