Nauwkeurigheidscontrole en kalibratie
OPMERKING:
• De lasermeters zijn op de fabriek verzegeld en gekalibreerd op de
gespecificeerde nauwkeurigheid.
• Het wordt echter aanbevolen de kalibratie te controleren voor
u het toestel in gebruik neemt. Daarna de kalibratie periodiek
herhalen.
• De lasermeter moet regelmatig gecontroleerd worden op
nauwkeurigheid, vooral voor precisiemetingen.
•
• Transportvergrendeling moet ontgrendeld zijn om
zelfnivellering mogelijk te maken en de nauwkeurigheid
te controleren.
60
STHT77340
bix_NL_STHT77340.indd 60
Nauwkeurigheid nivelleringsstraal (Zie figuur
•
Plaats het laserapparaat zoals in de afbeelding is getoond met
H
1
de laser aan. Markeer punt P
bij het kruis.
1
•
Roteer het laserapparaat 180° en markeer punt P
H
2
kruis.
•
Plaats het laserapparaat dichter bij de muur en markeer
H
3
punt P
.
3
•
Roteer het laserapparaat 180° en markeer punt P
H
4
kruis.
•
Meet de verticale afstand tussen P
H
5
D
en de verticale afstand tussen P
3
• Calculeer de maximale toelaatbare offset afstand en vergelijk dit
met het verschil van D
en D
zoals getoond in de vergelijking.
3
4
• Als het totaal niet minder of gelijk is aan de berekende
maximale offset afstand, dan moet het apparaat aan de
Stanley-distributeur geretourneerd worden voor kalibratie.
Maximale offset afstand:
= 0,8 mm m x (D
Maximum
= 0,0026 in ft x (D
Vergelijk: (Zie afbeelding
D
- D
≤ ± Maximum
3
4
Voorbeeld:
• D
= 10 m, D
= 0,5 m
1
2
• D
= 0,5 mm
3
• D
= - 1,0 mm
4
• 0,8 mm m x (10 m - (2 x 0,5 m) = 7,2 mm
(maximum offset afstand)
• (0,5 mm) - (- 1,0 mm) = 1,5 mm
• 1,5 mm ≤ 7,2 mm
(TRUE, apparaat is binnen toleratie)
)
H
bij het
2
bij het
4
en P
voor het bepalen van
1
3
en P
om D
te bepalen.
2
4
4
m - (2 x D
m))
1
2
ft - (2 x D
ft))
1
2
)
H
5
01/07/2013 15:3