GRAPHITE 58G150 Instrucciones De Uso página 79

Taladro atornillador eléctrico
Ocultar thumbs Ver también para 58G150:
Tabla de contenido

Publicidad

BATTERIJ OPLADEN
DE SCHROEVENDRAAIER WORDT GELEVERD MET EEN
GEDEELTELIJK
OPGELADEN
AANBEVOLEN OM HET DE EERSTE KEER 5 UUR OP TE LADEN. DE
BATTERIJ
MOET
OMGEVINGSTEMPERATUREN VAN 4 ° C TOT 40 ° C.
STEEK DE STEKKER VAN HET OPLAADSNOER IN DE OPLAADBUS
(7) IN DE BEHUIZING VAN DE SCHROEVENDRAAIER (FIG. A).
Sluit de oplader aan op een stopcontact van 230V AC.
De oplaadindicator (LED) ( 8 ) gaat branden op de behuizing van de
schroevendraaier om aan te geven dat het opladen bezig is
( afb. B ).
De oplaadindicator (LED) blijft branden zolang de batterij is opgeladen
en gaat uit om aan te geven dat de batterij volledig is opgeladen.
De
batterij
mag
niet
opgeladen. Overschrijding van deze tijdslimiet kan schade aan
de batterijcellen veroorzaken.
De batterij van de schroevendraaier heeft de zogenaamde
"slaapfunctie", wat betekent dat de schroevendraaier, wanneer
hij niet wordt gebruikt, alle onnodige circuits deactiveert om de
batterij te sparen. Het laadniveau van de batterij kan niet
worden gecontroleerd en de verlichting kan in deze fase niet
worden ingeschakeld. Wanneer de schakelknop korte tijd
wordt ingedrukt, worden alle functies hersteld.
Batterijen worden warm wanneer ze worden opgeladen. Begin
geen
werkzaamheden,
opgeladen. Wacht tot het op kamertemperatuur is. Dit
voorkomt schade aan de batterij.
INDICATIE BATTERIJLADEN
DE SCHROEVENDRAAIER IS UITGERUST MET EEN BATTERIJ-
INDICATOR (LED'S) (3). DRIE LED'S GEVEN HET LAADNIVEAU
VAN DE BATTERIJ AAN. OM HET LAADNIVEAU VAN DE BATTERIJ
TE CONTROLEREN:
Druk op de laadniveau-indicator ( 4 ) ( fig. C ).
Als alle drie de LED's branden, betekent dit dat de batterij volledig is
opgeladen.
Wanneer twee LED's branden, betekent dit dat de batterij gedeeltelijk
leeg is.
Als er maar één LED brandt, is de batterij leeg en moet deze worden
opgeladen.
VERLICHTING
ELKE KEER DAT DE VERLICHTINGSKNOP WORDT INGEDRUKT
(10), WORDT DE VERLICHTINGS-LED AAN / UITGEZET (11) DIE
HET WERKGEBIED VERLICHT (FIG. D).
WERKBITS INBRENGEN / VERWIJDEREN
TREK
AAN
DE
GEREEDSCHAPSHOUDER
VEERWEERSTAND TE OVERWINNEN.
STEEK EEN WERKENDE BITSCHACHT IN DE BOORKOP (1) EN
BRENG DEZE HELEMAAL IN (HET KAN NODIG ZIJN OM DE
WERKENDE BIT TE DRAAIEN TOTDAT DEZE DE JUISTE POSITIE
BEREIKT).
MAAK DE MONTAGEHULS LOS, DIE DE WERKENDE BIT ZAL
BEVESTIGEN.
HET BEWERKINGSGEREEDSCHAP WORDT IN DE OMGEKEERDE
VOLGORDE VAN DE INSTALLATIE VERWIJDERD.
BIJ GEBRUIK VAN KORTE SCHROEVENDRAAIERPUNTEN EN BITS
MOET DE EXTRA ADAPTER VOOR SCHROEVENDRAAIERBITS
WORDEN GEBRUIKT.
VERSTELBARE HANDGREEP
HET HANDVAT VAN DE SCHROEVENDRAAIER KAN RECHT (IN DE
AS VAN DE SPIL) OF ONDER EEN HOEK WORDEN GEPLAATST. DE
HANDGREEP WORDT IN ELKE POSITIE VASTGEHOUDEN MET
EEN GRENDEL.
BATTERIJ. HET
WORDT
WORDEN
OPGELADEN
langer
dan
8
uur
worden
net
nadat
de
batterij
(1)
OM
Druk op de vergrendelingsknop van het handvat ( 5 ).
Draai de handgreep 180
Zorg ervoor dat de vergrendelknop van het handvat ( 5 ) is
vastgeklikt en dat het handvat goed is bevestigd.
BIJ
SPINDELREM
DE ACCUSCHROEVENDRAAIER IS UITGERUST MET EEN
ELEKTRONISCHE REM, DIE DE SPINDEL ONMIDDELLIJK STOPT
NADAT DE SCHAKELKNOP IS LOSGELATEN. DE REM ZORGT
VOOR PRECISIE BIJ HET AANDRAAIEN OF BOREN EN
VOORKOMT
UITGESCHAKELD.
IN- / UITSCHAKELEN
INSCHAKELEN - DRUK OP DE SCHAKELKNOP (9).
UITSCHAKELEN - LAAT DE DRUK OP DE SCHAKELKNOP (9) AF.
SNELHEIDSAANPASSING
De boor- of aanhaalsnelheid kan tijdens het werk worden geregeld
door de druk op de schakelknop ( 9 ) te verhogen of te verlagen . De
snelheidsregeling zorgt voor een langzame start, die voorkomt dat
een boor uitglijdt, wanneer gaten worden geboord in een droge
muur of een glazen wand, terwijl het helpt om de werking tijdens
het vast- en losdraaien te regelen.
is
AANPASSING KOPPEL
DE INSTELLING VAN DE KOPPELREGELRING (2) OP EEN
GESELECTEERDE POSITIE VERGRENDELT DE KOPPELING OP EEN
GESPECIFICEERDE HOEVEELHEID KOPPEL. WANNEER HET
INGESTELDE
OVERBELASTINGSKOPPELING
UITGESCHAKELD. DIT VOORKOMT DAT EEN SCHROEF TE STRAK
WORDT AANGEDRAAID OF HET GEREEDSCHAP WORDT
BESCHADIGD.
OP VERSCHILLENDE SOORTEN SCHROEVEN EN MATERIALEN
WORDEN
TOEGEPAST. HOE HOGER HET NUMMER DAT OVEREENKOMT
MET EEN BEPAALDE POSITIE, HOE HOGER HET KOPPEL.
Stel de koppelregelring ( 2 ) in op een bepaalde hoeveelheid koppel
( fig. F ).
Het werk moet worden gestart met een lagere koppelwaarde.
Verhoog het koppel geleidelijk totdat de juiste waarde is ingesteld
(bereik 0 ÷ 10).
Hogere instellingen moeten worden gebruikt om schroeven los te
draaien.
De mogelijkheid om de juiste koppelinstellingen te selecteren, komt
met oefenen.
DE
Door de draaimomentregelring in de boorstand te zetten,
wordt de overbelastingskoppeling uitgeschakeld.
ROTATIEBESCHRIJVING - LINKS EN RECHTS
DE RICHTING VAN DE SPILROTATIES WORDT GESELECTEERD
DOOR MIDDEL VAN DE DRAAIRICHTINGSCHAKELAAR (6) (FIG.
G).
LINKSOM DRAAIEN - ZET DE DRAAIRICHTINGSCHAKELAAR (6)
IN DE UITERSTE LINKERPOSITIE.
RECHTSOM DRAAIEN - ZET DE DRAAIRICHTINGSCHAKELAAR (6)
IN DE UITERST RECHTSE POSITIE.
* Het is gereserveerd dat in sommige gevallen de positie van de
draairichtingschakelaar ten opzichte van rotaties anders kan zijn
dan
beschreven. Raadpleeg
draairichtingschakelaar of op de gereedschapskast.
De middelste stand van de draairichtingschakelaar ( 6 ) is een veilige
stand die onbedoelde activering van het elektrische gereedschap
voorkomt:
78
om de as ( fig. E ).
°
VRIJE
SPILROTATIE
NADAT
BEDIENING / AFSTELLINGEN
KOPPEL
IS
BEREIKT,
VERSCHILLENDE
de
grafische
DEZE
IS
WORDT
DE
AUTOMATISCH
KOPPELWAARDEN
tekens
op
de

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido