5
Toerental kan op de installatie niet
worden gewijzigd
6
Toerental kan via de interface niet
worden gewijzigd
7
Geen of weinig zuigvermogen,
filterverzadigingsindicatie geeft
geen filterwissel aan
8
Installatie loopt onrustig of trilt sterk
Alleen FP 130/150
10
Installatie wordt niet gereinigd
Fouten opsporen en verhelpen
Afstandbesturing aangesloten, toerentalregeling van
extern (pin 14, pin 15)
Let op interface voor een deel slechts optioneel
verkrijgbaar
Toerentalinstelling op de installatie dominant
Let op interface voor een deel slechts optioneel
verkrijgbaar
Aanzuigleiding verstopt, defect, geknikt of niet
opgestoken
Zuigvermogen niet goed ingesteld
Motor of besturing defect
Motorlager defect
Verontreinigingen op het vleugelwiel van de motor
A
Toets Run/stand-by
C
Toets voor handmatige
inschakeling van de filterreiniging
(alleen bij installaties met
filterpatroon)
B
Zuigvermogenregeling
1
Filterverzadigingsindicatie (toont de
filterverzadiging van alle in de
installatie ingebouwde filterfasen
samen)
Filterverschildruk nog niet bereikt
323
Rood gedeelte – filter volledig verzadigd - vervangen
Toerentalregeling van extern is dominant voor het op het
apparaat handmatig ingestelde toerental
Toerentalregeling van extern is dominant voor het op het
apparaat handmatig ingestelde toerental
Aanzuigleiding reinigen of indien nodig vervangen
Zuigvermogen op toerentalsteller (voorzijde) of
afstandbediening vergroten
Neem contact op met de vertegenwoordiging in uw land
Motor vervangen of contact opnemen met de
vertegenwoordiging in uw land
Filter op ondichtheid controleren, indien nodig contact opnemen
met de vertegenwoordiging in uw land
6
Filterstatusindicatie
Groen:
Filter in orde
Geel:
Filterstatusindicaties (pos. 6)
controleren, indien nodig filters
nabestellen
Rood:
Max. filterverzadiging bereikt,
installatie wordt uitgeschakeld,
filterstatusindicaties (pos. 6)
controleren
5
Statusmelding filterreiniging (alleen
op installaties met filterpatronen)
4
Indicatie foutmelding
motor/temperatuur
3
Indicatie
vermogensinstelling/bedrijfsurenteller
2
Signalering installatiefout
In de modus verschildrukbewaking bevindt de installatie zich in
het groene gedeelte of aan het begin van het gele gedeelte is
alles in orde