RD SET™ DBI
Herbruikbare zachte sensoren
Herbruikbaar
Voordat u deze sensor gebruikt, moet u eerst de gebruikershandleiding bij de monitor en deze gebruiksaanwijzing lezen en begrijpen.
INDICATIES
Bij gebruik met Masimo SET® of Masimo rainbow® SET:
De herbruikbare zachte sensoren uit de RD SET™ DBI-serie zijn bestemd voor gebruik voor constante, niet-invasieve bewaking en eenmalige
controles van de functionele zuurstofverzadiging van arteriële hemoglobine (SpO
toepassing bij volwassenen en kinderen in situaties zonder beweging en voor patiënten met goede of slechte doorbloeding in ziekenhuizen,
medische instellingen, mobiel en thuis.
Bij gebruik met Nellcor en met Nellcor compatibele pulse oximeters of Philips FAST SpO
De RD SET DBI-herbruikbare zachte sensoren zijn bestemd voor de continue, niet-invasieve bewaking en eenmalige controle van de functionele
zuurstofverzadiging van arteriële hemoglobine (SpO
beweging in ziekenhuizen, medische instellingen, mobiele omgevingen en thuis.
CONTRA-INDICATIES
De herbruikbare zachte sensoren uit de RD SET DBI-serie zijn gecontra-indiceerd voor gebruik bij actieve patiënten en voor langdurig gebruik. De
sensorlocatie moet ten minste om de vier (4) uur of vaker geïnspecteerd worden; indien de gesteldheid van de bloedsomloop of van de huid dit
vereist, moet de sensor op een andere locatie worden aangebracht.
BESCHRIJVING
De RD SET DBI herbruikbare zachte sensoren zijn alleen te gebruiken met apparaten die Masimo SET technologie bevatten of waarvoor een
licentie is afgegeven. Neem contact op met de fabrikant van het apparaat over de compatibiliteit van een bepaald apparaat of sensormodel.
Iedere apparaatfabrikant moet zelf bepalen of zijn eigen apparaten compatibel zijn met de verschillende sensormodellen.
RD SET DBI-sensoren zijn geverifieerd met de Masimo rainbow SET™-technologie.
De RD SET DBI-sensoren zijn geverifieerd op de Nellcor N-200 en N-395 pulse oximeter.
WAARSCHUWING: Masimo-sensoren en -kabels zijn ontworpen voor gebruik met apparaten met Masimo SET®-oximetrie of die in licentie zijn
gegeven voor gebruik met Masimo-sensoren.
WAARSCHUWINGEN, LET OP-MELDINGEN EN OPMERKINGEN
•
Alle sensoren en kabels zijn bestemd voor gebruik met specifieke monitoren. Controleer vóór gebruik de compatibiliteit van de monitor, de
kabel en de sensor, omdat incompatibiliteit tot slechte prestaties en/of letsel bij de patiënt kan leiden.
•
De sensor mag geen zichtbare gebreken, verkleuringen of beschadigingen vertonen. Als de sensor is verkleurd of beschadigd, mag u deze
niet langer gebruiken. Gebruik nooit een beschadigde sensor of een sensor met blootliggende elektrische bedrading.
•
De locatie moet frequent of conform het klinisch protocol worden gecontroleerd. Let hierbij op een goede circulatie, huidconditie en
optische uitlijning.
•
Wees uiterst voorzichtig: huiderosie, weefselischemie en/of druknecrose kunnen ontstaan als de sensor niet vaak genoeg wordt verplaatst,
te strak is bevestigd of te strak komt te zitten als gevolg van oedeem. Controleer de plek minstens één (1) keer per uur en verplaats de sensor
als er tekenen optreden van een slechte huidconditie en/of een slechte bloedsomloop of doorbloeding.
•
Gebruik geen tape om de sensor op de plek te bevestigen; dit kan de bloedsomloop beperken en tot onjuiste afleeswaarden leiden. Het
gebruik van kleefband kan huidbeschadiging en/of druknecrose veroorzaken en kan de sensor beschadigen.
•
De sensor en patiëntenkabel zorgvuldig aanbrengen om te voorkomen dat de patiënt verstrikt of beklemd raakt.
•
Onjuist aangebrachte sensoren of gedeeltelijk loslatende sensoren kunnen onjuiste metingen veroorzaken.
•
Het gebruik van een verkeerd sensormodel kan onnauwkeurige afleeswaarden of het uitblijven van afleeswaarden veroorzaken.
•
Onnauwkeurige SpO
-afleeswaarden kunnen worden veroorzaakt door abnormale veneuze pulsatie of aderverstopping.
2
•
Aderverstopping kan een te lage afleeswaarde van de eigenlijke arteriële zuurstofverzadiging veroorzaken. Daarom dient men te zorgen
voor de juiste veneuze stroming op de bewaakte plaats. De sensor mag zich niet lager dan het hart bevinden (zoals op de hand van een
patiënt als diens arm over de bedrand hangt).
•
Veneuze pulsaties kunnen verkeerde, te lage SpO
positie).
•
De pulsaties van intra-aortale ballonondersteuning kunnen de hartfrequentie beïnvloeden die op de pulsoximeter wordt weergegeven.
Vergelijk de hartfrequentie van de patiënt met de hartfrequentie op het ECG.
•
Breng de sensor niet aan op een vinger of teen waar een arteriële katheter of bloeddrukmanchet op is aangebracht.
•
Bij gebruik van pulsoximetrie tijdens bestraling van het gehele lichaam moet de sensor buiten het stralingsveld worden gehouden. Als de
sensor aan de straling wordt blootgesteld, kan de afleeswaarde tijdens de actieve bestraling foutief zijn of uitblijven.
•
Bij gebruik van pulsoximetrie tijdens bestraling van het gehele lichaam moet de sensor buiten het stralingsveld worden gehouden. Als de
sensor aan de straling wordt blootgesteld, kan de afleeswaarde tijdens de actieve bestralingsperiode foutief zijn of nul bedragen.
•
Gebruik de sensor niet tijdens het scannen met MRI (beeldvorming met magnetische kernspinresonantie) of in een ruimte waar een
MRI-scanner staat, aangezien dat kan leiden tot lichamelijk letsel.
•
Sterke lichtbronnen in de omgeving, zoals operatielampen (met name xenonlampen), bilirubinelampen, neonbuizen, infraroodhittelampen
en direct zonlicht kunnen de werking van een sensor storen.
•
Om interferentie door omgevingslicht te voorkomen, moet de sensor correct worden aangebracht, en moet de aanbrengplaats zo nodig
met ondoorzichtig materiaal worden bedekt. Indien deze voorzorgsmaatregel niet wordt genomen in een omgeving met sterk licht, kan
onjuiste meting het gevolg zijn.
•
EMI-stralingsinterferentie kan onnauwkeurige afleeswaarden veroorzaken.
•
Abnormale vingers, intravasculaire kleurstoffen, zoals indocyaninegroen of methyleenblauw, of extern aangebrachte kleurstof en textuur
(zoals nagellak, glitter, enzovoort) kunnen leiden tot onnauwkeurige of geen metingen.
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
LATEX
Bij de productie is geen latex van natuurrubber gebruikt
PCX-2108A
02/13
) en de hartfrequentie (gemeten met een SpO
2
-afleeswaarden veroorzaken (bijv. regurgitatie van tricuspidalisklep, Trendelenburg-
2
) en de hartfrequentie (gemeten met een SpO
2
-technologie:
2
27
Title: Graphics, Sensor/Cable symbols, 03/06
GR-14231
DRO-13914
-sensor) bij volwassenen in situaties zonder
2
9022B-eIFU-0119
nl
+70 C
-40 C
+1060 hPa - +500 hPa
795 mmHg - 375 mmHg
Niet-steriel
NON
STERILE
5%-95% RH
LATEX
95%
%
5%
-sensor) voor
2