1A
2 sluit de knoppenmodule op de klem aan;
3 stel het systeemtype als volgt in:
HANDELING
WEERGAVE DISPLAY
Er is toegang tot het
NAMEN LIJST
configuratiemenu (zie punt
TOEGANGSCONTROLE
3 van FT SB 09 op pag. 3).
INSTELLINGEN
Kies het menu
INSTELLINGEN /
* SIMPLEBUS
BELLEN.
SIMPLEBUS TOP
Selecteer de gewenste
systeemmodus
* SIMPLEBUS
met de toetsen
.
SIMPLEBUS TOP
Druk op de toets
om
* SIMPLEBUS
uw keus te bevestigen.
SIMPLEBUS TOP
1B
BESCHRIJVING
Controleer tijdens deze
instellingsfase of ook de
audio- of audio/video-
knoppenmodule in de
programmeerstand staat.
BELLEN
BELLEN
BELLEN
4 Stel daarna de oproepmodus in (zie punt "12.2) Instellen van de OPROEPMODUS"
op pag. 29) volgens onderstaande procedure.
HANDELING
WEERGAVE DISPLAY
Selecteer de gewenste
* STANDAARD
oproepmodus
AANGEPASTE CODE
met de toetsen
.
ALFANUMERIEK
* ALFANUMERIEK
Druk op de toets
om uw
IMMOTEC STAND.
keus te bevestigen.
IMMOTEC AANGEP.
5 Zet de programmeerhendel na de instellingen weer in de ruststand (schakelaar in de stand
(wit vierkant) zie afb. 1B op pag. 29).
12.2) Instellen van de OPROEPMODUS
12.2A) Oproepmodus SIMPLEBUS - STANDAARD (default).
In deze bedrijfsmodus wordt de gebruiker van het intercomsysteem geïdentificeerd door een
veld Gebruikersnaam en een veld Code van maximaal 3 cijfers (tussen 1 en 240).
VOORBEELD: Gebruikersnaam = Smits; Code = 1
12.2B) Oproepmodus SIMPLEBUS TOP - STANDAARD
In deze bedrijfsmodus wordt de gebruiker van het intercomsysteem geïdentificeerd door de
velden Gebruikersnaam (optie) en door een veld Code bestaande uit 2 delen; het veld zone
van maximaal 3 cijfers (tussen 1 en 500) en het veld gebruiker dat verplicht uit 3 cijfers bestaat
(tussen 1 en 240).
VOORBEELD: Gebruikersnaam = Smits; Code = 25 015;
FT SB 09
BESCHRIJVING
29
FT SB 09