3
INHALATIE
3.1 Controle van de werking
Vrije doorgang van het ventiel
Controleer na ontvangst van de VORTEX of het ventiel in het
mondstuk een vrije doorgang heeft:
• Laat leidingwater door het
lipaanzetstuk in het mondstuk
lopen.
Het water moet via de zijope-
ningen in het mondstuk weer
naar buiten komen.
• Laat leidingwater van onderen
door het mondstuk lopen.
Het water moet via het lipaan-
zetstuk weer naar buiten ko-
men.
• Droog de VORTEX volledig voordat u hem voor het eerst
gebruikt.
Als het ventiel geen vrije doorgang heeft, mag de VORTEX niet
worden gebruikt.
Positie van het ventiel
Controleer vóór elk gebruik van de VORTEX of het ventiel
correct in het mondstuk is geplaatst:
• Controleer of het ventiel zich in
het mondstuk in de positie be-
vindt zoals is afgebeeld.
Corrigeer de positie zo nodig
met behulp van een waterstraal.
• Droog de VORTEX volledig voordat u hem de volgende
keer gebruikt.
– 230 –