B
Gebruik van het toestel
Controle van de temperatuur van het vriescompartiment
• In het algemeen wordt de stand NORMAL gebruikt. De invriestemperatuur is relatief laag
op de stand COOLER, terwijl de invriestemperatuur relatief hoog is op de stand COOL.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is in de zomer, zal het temperatuurbereik variëren
tussen NORMAL en COOL. Indien de omgevingstemperatuur boven de 35 °C ligt, dan is de
stand COOL het meest geschikt.
• Als de omgevingstemperatuur laag is in de winter, zal het temperatuurbereik variëren tussen
NORMAL en COOLER. Indien de omgevingstemperatuur lager ligt dan 10 °C, dan is de stand
COOLER het meest geschikt.
Bewaring van de voedingsmiddelen
• Uw voedingsmiddelen zullen beter worden bewaard wanneer u ze in de gepaste koelzone
plaatst.
• De koudste zone van het koelcompartiment bevindt zich onderaan het toestel, boven de
groentebak.
Locatie van de voedingsmiddelen:
• Op de planken: gebakken voedingswaren, bijgerechten en alle voedingswaren die snel
moeten worden opgegeten, verse kazen, charcuterie.
• Op het glas van de groentebak: vlees, gevogelte, verse vis. Bewaringstijd tussen 1 tot 2 dagen.
• In de groentebak: groenten en fruit.
34
NL