3. Plaats de geschikte kernboor.
4. Monteer de middenboor in de kernboor.
5. Plaats de middenboor op de plaats en druk op de variabele
snelheidsschakelaar
1
. Boor totdat de kern ong. 1 cm in het
beton doordringt.
6. Stop met boren en verwijder de middenboor. Plaats de
kernboor terug in het gat en ga verder met boren.
7. Als u boort in een structuur die dikker is dan de diepte van
de kernboor, verwijdert u regelmatig de ronde cilinder van
beton of kern in het boorstuk. Om het ongewenst afbreken
van beton rondom het gat te voorkomen, boort u eerst
een gat met de diameter van de middenboor volledig door
de structuur heen. Vervolgens boort u halverwege in het
binnengat vanaf beide kanten.
8. Zet het gereedschap altijd uit als het werk beëindigd is en
voordat u het stroomsnoer uit de contactdoos haalt.
Roterend boren (Afb. C)
1. Stel de moduskeuzeschakelaar
boren". Raadpleeg De bedieningsmodus kiezen in
Assemblage en aanpassingen.
2. Bevestig de boorhouder adapter/boorhouder constructie.
3. Ga verder zoals beschreven bij klopboren.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit standaard boorhouders
in de klopboormodus.
Schroeven draaien (Afb. A, C)
1. Stel de moduskeuzeschakelaar
boren". Raadpleeg De bedieningsmodus kiezen in
Assemblage en aanpassingen.
2. Kies de draairichting.
3. Steek de speciale SDS Plus adapter voor
schroevendraaien er in voor het gebruik met hexagonale
schroevendraaier boorstukken.
4. Steek het geschikte schroevendraaier boorstuk er in. Als
u schroeven met sleufkoppen schroeft, gebruikt u altijd
boorstukken met een hulstaster.
5. Druk de variabele snelheidsschakelaar
schade aan de schroefkop te voorkomen. In de achteruit
(linkshandige) draairichting, wordt de gereedschapsnelheid
automatisch verminderd voor het gemakkelijk verwijderen
van een schroef.
6. Als de schroef gelijk met het werkstuk is, laat u de variabele
snelheidsschakelaar los om te voorkomen dat de schroefkop
in het werkstuk dringt.
Bikken en beitelen (Afb. A, C)
1. Stel de moduskeuzeschakelaar
"uitsluitend klopboren". Raadpleeg De bedieningsmodus
kiezen in Assemblage en aanpassingen.
2. Plaats de geschikte beitel en draai deze met de hand om
deze in één van de 12 posities te vergrendelen.
3. Pas de zijhandgreep
6
4. Zet het gereedschap aan en begin met werken.
4
in op de positie "roterend
4
in op de positie "roterend
1
zacht in om
4
in op de positie
naar wens aan.
5. Zet het gereedschap altijd uit als het werk beëindigd is en
voordat u het stroomsnoer uit de contactdoos haalt.
WAARSCHUWING:
•
Gebruik dit gereedschap niet om gemakkelijk
ontvlambare of explosieve vloeistoffen te mengen of te
pompen (benzine, alcohol, enz.).
•
Meng of roer geen ontvlambare stoffen die als zodanig
worden aangemerkt.
ONDERHOUD
Uw BTI gereedschap op stroom is ontworpen om gedurende
een lange tijdsperiode te functioneren met een minimum
aan onderhoud. Het continu naar bevrediging functioneren
hangt af van de juiste zorg voor het gereedschap en
regelmatig schoonmaken.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u het van de
stroomvoorziening, voordat u enige aanpassing
maakt of hulpstukken of accessoires verwijdert/
installeert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de
OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten kan
letsel veroorzaken.
Motorborstels
BTI maakt gebruik van een geavanceerd borstelsysteem dat
de boor automatisch stopt als de borstels zijn versleten. Dit
voorkomt ernstige schade aan de motor. Nieuwe borstels
zijn leverbaar bij de erkende BTI servicecentra. Gebruik altijd
identieke vervangende onderdelen.
Smering
Uw elektrische gereedschap heeft geen aanvullende
smering nodig.
Reiniging
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof uit de
hoofdbehuizing met droge lucht, zo vaak u ziet dat
vuil zich in en rond de luchtopeningen ophoopt. Draag
goedgekeurde oogbescherming en een goedgekeurd
stofmasker als u deze procedure uitvoert.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of
andere bijtende chemicaliën voor het reinigen van
niet-metalen onderdelen van het gereedschap. Deze
chemicaliën kunnen het materiaal dat in deze onderdelen
is gebruikt verzwakken. Gebruik een doek die uitsluitend
met water en milde zeep is bevochtigd. Zorg dat er nooit
enige vloeistof in het gereedschap komt; dompel nooit
enig onderdeel van het gereedschap in een vloeistof.
Optionele accessoires
WAARSCHUWING: Aangezien accessoires die niet door
BTI zijn aangeboden niet met dit product zijn getest, kan
NEDERLANDS
57