LINK MONITOR
Met deze functie kunt u rekordbox-muziekbestanden die zijn opgeslagen op de
computer vlot controleren via een hoofdtelefoon.
STATUS INFORMATION
Deze functie geeft aan de DJ-spelers de status van het aangesloten kanaal door (on-
air status, kanaalnummer, enz.).
Gebruik van de QUANTIZE-functie
Effecten kunnen worden toegepast op het geluid in het tempo van het spelende
muziekstuk op basis van de GRID-informatie van de muziekstukken die zijn geanaly-
seerd met Serato DJ of rekordbox.
Om de QUANTIZE-functie te kunnen gebruiken met PRO DJ LINK, moet u van tevo-
ren dit toestel en een PRO DJ LINK-compatibele Pioneer DJ-speler op elkaar aan-
sluiten. Voor nadere aanwijzingen voor het aansluiten, zie Aansluiten van ingangs-
aansluitingen op bladzijde 10.
Bovendien moeten muziekbestanden van tevoren worden geanalyseerd met rekor-
dbox om de QUANTIZE-functie te kunnen gebruiken. Zie voor instructies betref-
fende het analyseren van muziekbestanden met rekordbox ook de handleiding van
rekordbox.
Bij gebruik in combinatie met de CDJ-2000nexus moet u eerst de firmware upda-
ten naar versie 1.02 of nieuwer.
Bij gebruik in combinatie met de CDJ-2000 of CDJ-900 moet u eerst de firmware
updaten naar versie 4.0 of nieuwer.
1 Druk op de [QUANTIZE] knop.
De QUANTIZE-functie wordt ingeschakeld.
[GRID] zal oplichten op het hoofddisplay van dit toestel wanneer de GRID-informatie
correct ontvangen is van de Serato DJ of van de DJ-speler en om aan te geven dat de
QUANTIZE-functie kan worden gebruikt. [GRID] knippert als de GRID-informatie niet
correct is ontvangen.
Afhankelijk van de afspeelstatus van Serato DJ of van de DJ-speler (off air,
scratchen, achteruit afspelen enz.), is het mogelijk dat de GRID-informatie niet
ontvangen kan worden.
2 Druk op [ON/OFF] of [BEAT EFFECTS], of raak het [X-PAD]
aan.
Het effect wordt toegevoegd aan het geluid in het tempo van het weergegeven
fragment.
Wanneer er opnieuw op [QUANTIZE] wordt gedrukt, wordt het QUANTIZE-
functie uitgeschakeld.
Gebruik van de FADER START-functie
Wanneer dit toestel en een computer waarop Serato DJ actief is met elkaar verbon-
den zijn via een USB-kabel, kunnen handelingen als het starten van het afspelen van
muziekstukken in Serato DJ worden bediend met de fader van dit toestel.
U moet van tevoren dit toestel en een computer waarop Serato DJ actief is met
elkaar verbinden.
Als dit toestel via een LAN-kabel verbonden is met een Pioneer DJ-speler, kunnen
handelingen zoals het starten van het afspelen op de DJ-speler op dezelfde manier
worden bediend met de fader van dit toestel.
U moet van tevoren dit toestel met de Pioneer DJ-speler verbinden. Voor nadere
aanwijzingen voor het aansluiten, zie Aansluiten van ingangsaansluitingen op blad-
zijde 10.
Zie Omtrent PRO DJ LINK op bladzijde 14 voor instructies omtrent het instellen van
de spelernummers voor Pioneer DJ-spelers.
De fader-startfunctie kan aan of uit worden gezet voor alle DJ-spelers tegelijk. Zie
Instellingen aanpassen op bladzijde 23 voor de instelprocedure.
De FADER START-functie kan niet worden gebruikt wanneer u probeert DVS-
bediening uit te voeren terwijl Serato DJ in de Absolute-stand staat. Wanneer
één van de [FADER START (1, 2, 3, 4)]-toetsen wordt ingedrukt terwijl de
Absolute-stand is ingeschakeld, zal die toets knipperen en vervolgens uit gaan.
Beginnen met afspelen met de kanaal-fader
1 Stel [CROSS FADER ASSIGN (A, THRU, B)] keuzeschakelaar
in op [THRU].
2 Druk op een van de [FADER START (1, 2, 3, 4)]-toetsen.
Selecteer het kanaal dat gestart moet worden met de fader-startfunctie.
Voor Serato DJ
— [Fader Start 1]-toets: Selecteert [DECK 3].
— [Fader Start 2]-toets: Selecteert [DECK 1].
— [Fader Start 3]-toets: Selecteert [DECK 2].
— [Fader Start 4]-toets: Selecteert [DECK 4].
3 Zet de kanaalfader zoveel mogelijk naar uzelf toe.
4 Stel een cue in in Serato DJ of op de DJ-speler.
Het muziekstuk keert terug naar het cue-punt en de pauzestand wordt ingeschakeld.
5 Beweeg de kanaalfader van u af.
Het afspelen van het muziekstuk in Serato DJ of op de DJ-speler begint.
Wanneer u de kanaal-fader terugzet in de oorspronkelijke stand, keert de speler
onmiddellijk terug naar het eerder ingestelde cue-punt, om daar de weergave te
pauzeren (back-cue).
Beginnen met afspelen met de crossfader
1 Stel de [CROSS FADER ASSIGN (A, THRU, B)]
keuzeschakelaar in op [A] of [B].
2 Druk op een van de [FADER START (1, 2, 3, 4)]-toetsen.
Selecteer het kanaal dat gestart moet worden met de fader-startfunctie.
Voor Serato DJ
— [Fader Start 1]-toets: Selecteert [DECK 3].
— [Fader Start 2]-toets: Selecteert [DECK 1].
— [Fader Start 3]-toets: Selecteert [DECK 2].
— [Fader Start 4]-toets: Selecteert [DECK 4].
3 Stel de crossfader in.
Schuif de regelaar naar de tegenovergestelde rand van het kanaal waarvoor u de
fader-startfunctie wilt gebruiken.
4 Stel een cue in in Serato DJ of op de DJ-speler.
Het muziekstuk keert terug naar het cue-punt en de pauzestand wordt ingeschakeld.
5 Stel de crossfader in.
Het afspelen van het muziekstuk in Serato DJ of op de DJ-speler begint.
Wanneer u de crossfader terugzet in de oorspronkelijke stand, keert de speler
onmiddellijk terug naar het eerder ingestelde cue-punt, om daar de weergave te
pauzeren (back-cue).
Gebruik van de LINK MONITOR-functie
Controleer [Gebruik de "LINK MONITOR" functie van Pioneer
DJ-mengpanelen.] bij [bestand] > [Voorkeuren] > [Audio] in rekordbox van
tevoren. Raadpleeg ook de handleiding van de rekordbox.
1 Sluit een hoofdtelefoon aan op de [PHONES]-aansluiting.
2 Sluit een computer aan waarop rekordbox is geinstalleerd.
Nadere aanwijzingen voor het aansluiten vindt u onder Aansluiten van ingangsaan-
sluitingen op bladzijde 10.
3 Keuze van een muziekstuk ter controle met rekordbox.
4 Druk op de [CUE] toets voor [LINK].
Het muziekstuk dat u kiest met rekordbox wordt weergegeven via de hoofdtelefoon.
Wanneer er nog een keer op [CUE] toets wordt gedrukt, wordt het meeluisteren
geannuleerd.
U kunt nu dezelfde procedure volgen als voor Meeluisteren via een hoofdtelefoon
(stappen 3 t/m 5).
Gebruik van de SOUND COLOR FX-functie
Dit zijn effecten die veranderen door middel van de [COLOR]-instelling.
1 Druk op één van de [SOUND COLOR FX]-keuzetoetsen.
Hiermee kiest u het soort effect.
De ingedrukte toets gaat knipperen.
Als één van de [SOUND COLOR FX]-keuzetoetsen al geselecteerd is, maar
er een andere toets geselecteerd en ingedrukt wordt, zal die toets worden
geselecteerd.
Een overzicht van de soorten effecten vindt u op Soorten SOUND COLOR FX
effecten op bladzijde 18.
Het zelfde effect wordt ingesteld voor [CH1] tot [CH4].
2 Draai aan de [COLOR] instelling.
Het effect wordt toegepast op elk kanaal waarvoor de knop werd ingedrukt.
Annuleren van het SOUND COLOR FX-effect
Druk op de [SOUND COLOR FX]-keuzetoets die knippert.
Het effect wordt geannuleerd.
15 15
Nl