Antivriesbescherming voor verdampers en
warmtewisselaars voor recuperatie van
warmte
Alle verdampers zijn uitgerust met een elektrische, thermostatisch
bestuurde weerstand, die een geschikte antivriesbescherming biedt bij
minimumtemperaturen van –25°C. Niettemin kunnen er, behalve als de
warmtewisselaars volledig leeg zijn en schoongemaakt met een
antivriesoplossing, ook andere bijkomende methodes worden gebruikt
tegen het bevriezen.
Wanneer men het systeem ontwerpt, moeten in zijn totaliteit twee of
meerdere beschermingsmethoden in beschouwing worden genomen, die
hierna worden beschreven:
Continue circulatie van de waterstroom in de waterleidingen en de
warmtewisselaars
Bijvoegen van een voldoende hoeveelheid glycol in het watercircuit.
Extra thermische isolatie en verwarming van de blootgestelde
leidingen
Leegmaken en schoonmaken van de warmtewisselaar tijdens het
winterseizoen
Het is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of van het
plaatselijke onderhoudspersoneel om ervoor te zorgen dat de
antivriesmethoden worden toegepast. Verzeker u ervan dat steeds
onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd, die aangepast zijn aan
de antivriesbescherming. Het niet naleven van de instructies hierboven
kan schade aan de groep met zich meebrengen. Schade veroorzaakt
door vorst valt niet onder de garantie
Installatie van de debietregelaar
Om een voldoende waterdebiet in de hele verdamper te verzekeren, is
het fundamenteel om een debietregelaar te installeren in het watercircuit,
die op de waterleidingen bij ingang of bij uitgang kan worden geplaatst.
Het doel van de debietregelaar is de groep stil te leggen in geval het
water stopt met stromen, om zo de verdamper tegen bevriezen te
beschermen.
De fabrikant biedt als optional een debietregelaar aan, die speciaal werd
uitgekozen.
Deze debietregelaar van het type met schoepen is geschikt voor
continutoepassingen buiten (IP67) met buisdiameters van 1" tot 6".
De debietregelaar is uitgerust met een potentiaalvrij contact, dat elektrisch
moet worden aangesloten op de eindklemmen aangeduid in het
elektrische schema.
De debietregelaar moet zo worden afgesteld dat hij optreedt wanneer het
debiet van het water van de verdamper onder 50% van het nominale
debiet daalt.
Warmterecuperatie
Indien men dit wil, kan de groep ook uitgerust worden met een systeem
voor warmterecuperatie.
Dit systeem wordt toegepast met een warmtewisselaar gekoeld met
water, die zich op de aflaatbuis bevindt van de compressor, en een
aangepast besturingsmechanisme van de condensatiedruk.
Om de werking van de compressor te verzekeren binnen zijn mantel,
kunnen de groepen voor warmterecuperatie niet werken bij een
watertemperatuur lager dan 28°C.
De ontwerper van de installatie en de installateur van de chiller hebben
de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat deze waarde
gerespecteerd wordt (vb. door een by-passklep te gebruiken
Elektrische installatie
Algemene specificaties
A
lle elektrische aansluitingen op de groep moeten worden
uitgevoerd in overeenstemming met de wetten en normen die van
.
kracht zijn
Alle werkzaamheden voor installatie, bediening en onderhoud
moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
Raadpleeg het specifieke elektrische schema van de aangekochte
groep. Als het elektrische schema zich niet op de groep bevindt of
als men die kwijt is, contacteer uw vertegenwoordiger van de
fabrikant, die u een kopie zal toesturen.
Contacteer de vertegenwoordiger van de fabrikant bij afwijkingen
tussen het elektrische schema en het paneel/ elektrische kabels
Gebruik enkel koperen geleiders, anders kan er zich een oververhitting
voordoen of corrosie op de aansluitingspunten met gevaar dat de groep
schade oploopt.
Om interferenties te vermijden, moeten alle commandokabels
gescheiden van de elektrische kabels worden aangesloten. Hiertoe
moeten verschillende elektrische kabelgoten worden gebruikt.
Vooraleer dienstinterventies op de groep uit te voeren, moet de
hoofdschakelaar worden geopend om de groep van de hoofdvoeding los
te koppelen.
Wanneer de groep uit staat maar de schakelaar voor loskoppelen staat in
de stand gesloten, zijn de niet gebruikte circuits toch nog actief.
Nooit het klemmenbord van de compressoren openen vooraleer de
hoofdschakelaar voor loskoppelen van de groep is geopend
.
)
.
Gelijktijdige belastingen op mono- en driefase en onevenwicht tussen
fasen kunnen lekken naar de aarding tot 150mA veroorzaken tijdens de
normale werking van standaardgroepen.
Als de groepen voorzieningen bevatten die hogere uitwijkingen
genereren (zoals VFD en faseonderbreking), kunnen de aardingslekken
tot veel hogere waarden toenemen (circa 2 Ampère).
De beschermingen voor het elektrische voedingssysteem moeten
ontworpen zijn op basis van de hierboven vermelde waarden
Werking
Verantwoordelijkheid van de operator
Het is fundamenteel dat de operator een passende professionele
vorming krijgt en vertrouwd raakt met het systeem vooraleer de groep te
gebruiken. Naast het lezen van deze handleiding; moet de operator de
bedieningshandleiding van de microprocessor en het elektrische schema
bestuderen om de volgorde te begrijpen voor de opstart, de werking, de
volgorde
voor
veiligheidsvoorzieningen.
Tijdens de initiële opstartfase van de groep is een technicus erkend door
de fabrikant ter beschikking om te antwoorden op iedere vraag en om
instructies te geven over de correcte werkingsprocedures.
De operator moet een register bijhouden van werkingsgegevens voor
iedere geïnstalleerde groep. Er moet ook een ander register worden
bijgehouden voor alle periodieke werkzaamheden voor onderhoud en
service.
Als de operator abnormale of ongewone werkomstandigheden vaststelt,
moet hij de erkende technische dienst van de fabrikant raadplegen
Als alle stroomtoevoer naar de unit is uitgeschakeld, werken de
compressor-verwarmers niet meer. Wanneer er weer stroomtoevoer is,
moeten de compressor-verwarmers en de verwarmers van de olie-
afscheiders van stroom worden voorzien gedurende minimaal 12 uur
voordat weer geprobeerd kan worden de unit te starten.
Wanneer dit niet wordt gedaan kunnen de compressors beschadigd
raken als gevolg van overmatige accumulatie van vloeistof in de
.
compressor
Routineonderhoud
De minimale onderhoudswerkzaamheden worden in Tabel 2 opgesomd
Service en beperkte garantie
Alle groepen zijn in de fabriek getest en gedurende 12 maanden na de
eerste opstart of 18 maanden na de datum van levering gewaarborgd.
Deze groepen werden ontwikkeld en gebouwd in naleving van de meest
hoogstaande kwalitatieve standaards, en garanderen jarenlange werking
zonder defecten. Toch is het belangrijk om een geschikt en regelmatig
onderhoud te verzekeren, conform met alle hoogstaande procedures in
deze handleiding en met de goede praktijken van onderhoud van
machines.
Het is sterk aanbevolen om een onderhoudscontract af te sluiten met een
dienst die door de fabrikant is erkend, om een efficiënte service zonder
problemen te verzekeren dankzij de ervaring en de bekwaamheid van
ons personeel.
Bovendien moet men eraan denken dat de groep ook onderhoud vergt
tijdens de garantieperiode.
Wij wijzen u erop dat een onjuist gebruik van de groep, bijvoorbeeld
buiten de werkingslimieten of zonder een geschikt onderhoud volgens de
aanwijzingen vermeld in deze handleiding, ervoor zorgen dat de garantie
niet geldig is.
leef de volgende punten na, meer bepaald om de limieten van de
garantie te respecteren:
1.
De groep mag niet werken buiten de vastgelegde limieten
2.
De elektrische voeding moet binnen de spanningslimieten
vallen en vrij zijn van uitwijkingen of onvoorziene
spanningswijzigingen.
3.
De driefasevoeding mag geen uitwijking tussen de fasen
.
vertonen van meer dan 3%. De groep moet uit blijven totdat
het elektrische probleem opgelost is.
4.
Geen enkele veiligheidsvoorziening, zowel mechanisch,
elektrisch als elektronisch, uitschakelen of forceren.
5.
Het water dat gebruikt wordt om het watercircuit te vullen,
moet rein zijn en op geschikte wijze behandeld. Een
mechanische filter moet worden geïnstalleerd op het punt dat
het dichtst bij de ingang van de verdamper is.
6.
Behalve indien specifiek overeengekomen op het moment
van de bestelling, mag het debiet van het water van de
verdamper nooit hoger zijn dan 120% en lager dan 80% van
de nominale capaciteit
het
stilleggen
en
de
werking
.
D-EIMAC01109-14EU - 46/208
.
van
alle
.
.