Werking; Onderhoud; Statief En Muurconsoles; Veiligheid - Nederman Flexfilter Manual De Instrucciones

NL FlexFilter
8.1.2

Werking

In afbeeldingen 18 en 19 wordt de werking van een FlexFilter Twin RF schematisch
weergegeven. Tijdens normaal gebruik (zie afbeelding 18) is de functie hetzelfde als bij een
basis stofafscheider.
Bij reiniging van de filters (zie afbeelding 19) sluit klep (a) de uitlaat vanuit de stofafscheider
en wordt klep (b) geopend voor lucht van buiten. Er wordt met aanzienlijke kracht
lucht ingezogen door klep (b), die vervolgens in tegengestelde richting naar beneden
door de filterzakken stroomt. Vervolgens stroomt de lucht naar de nadere kant van de
stofafscheider, omhoog door de filterzakken naar de topmodule. Vanuit de topmodule
stroomt de lucht naar de vacuümunit. De AFC-RF besturingsunit zorgt ervoor dat de
volgende reinigingscyclus de andere helft van de filterzakken reinigt.
De Single FR werkt op dezelfde manier. De topmodule is echter verdeeld in twee kamers,
zodat de ene helft van de filterzakken in de eerste cyclus wordt gereinigd en de andere helft
in de volgende cyclus.
In afbeelding 19 wordt een derde klep (c) aangegeven op de aansluiting van het
leidingensysteem op de stofafscheider. U kunt deze klep installeren in de meer
ingewikkelde gevallen. Als de klep is geïnstalleerd, staat deze gewoonlijk open. Tijdens
de filterreiniging is de klep dicht. Gedurende korte tijd is de gehele capaciteit van de
vacuümunit daardoor beschikbaar voor het reinigen van de filters. Er komt geen lucht door
de leidingen. De handleiding bij de AFC-RF bevat instructies voor het aansluiten van deze
optionele klep. In de afbeeldingen 20–21 ziet u een schema van de pneumatische inrichting
van een Single RF en een Twin RF.
8.1.3

Onderhoud

De RF top behoeft geen speciaal onderhoud. Voordat u de opvangbak leegt, dient u
enkele malen op de knop voor handmatige filterreiniging te drukken. De vacuümeenheid
draait en u hoort een kenmerkend geluid ten teken dat de functie in werking is gezet.
Deze procedure voert u ongeveer eens per maand uit voor stofafscheiders met een
automatische leegmaakfunctie.
8.2

Statief en muurconsoles

Zie afbeelding 1. Grote opvangbakken en apparaten met automatische afvoerinrichting
vereisen een statief (4 C–F) in plaats van poten. In sommige gevallen wordt aan
muurconsoles (4G) de voorkeur gegeven, boven poten of statieven.
8.2.1

Veiligheid

Zorg ervoor dat het statief goed in de ondergrond is verankerd. De ondergrond dient vlak
en stevig te zijn. Een betonnen ondergrond en expansiebouten worden aangeraden, zeker
indien de afscheider is uitgerust met een overdrukpaneel. Wanneer zich een stofexplosie
voordoet, kunnen er zeer sterke zijwaartse krachten vrijkomen. Het statief is geen
werkplatform en derhalve niet uitgerust met treden of een railing.
Muurconsoles worden per twee geleverd, een linker- en een rechterconsole. Voor een
FlexFilter Single heeft u één paar consoles nodig, voor een Twin twee. De muurconsoles
moeten worden verankerd in een muur of pilaar die voldoende stevigheid biedt. Gebruik
daarvoor geschikte bouten. Een Single stofafscheider kan tot 500 kg wegen als de
opvangbak vol is. In extreme gevallen kan het gewicht zelfs hoger zijn, bijvoorbeeld bij
zwaar materiaal en als het legen een aantal malen is overgeslagen. De automatische
afvoerinrichting (zie afbeelding 1, artikel 7E) weegt 86 kg. Er is een aparte muurconsole
voor dit apparaat. U dient deze te gebruiken als u de stofafscheider met muurconsoles aan
de muur bevestigt.
92