Gebruik een stomp truweel of plantenschopje om een graszode uit te steken, en schep die uit met een klomp aarde
eraan. Controleer eerst of de klomp aarde het gedetecteerde voorwerp bevat voor u de klomp uiteenhaalt. Gebruik
geen scherp voorwerp (een mes, ...), want een kras op een muntstuk kan de waarde aanzienlijk doen dalen.
Plaats, nadat u het voorwerp opgegraven heeft, de grond en eventuele graszode zo netjes mogelijk terug.
Een laatste nuttige tip: 'verzamel' alle zilverpapier en schroot die u vindt ; als u het gewoon weg gooit, zult u het later
waarschijnlijk nog eens bespeuren!
9. Onderhoud
De levensduur van uw detector zal verkorten als u argeloos met uw detector omspringt en hem niet onderhoudt.
Beschouw uw detector als een wetenschappelijk instrument – GEEN SPEELGOED! De detector is ontworpen om
aan de omstandigheden op alle mogelijke terreinen te weerstaan, maar slordig gebruik of onoplettendheid zal altijd
zijn sporen nalaten.
Wanneer u uw detector in een 'vijandige' omgeving gebruikt heeft (zout water, zand etc.), reinigt u de buitenkant best
met zuiver water, waarbij u er dient op te letten dat er geen water binnendringt in de behuizing, de zoekkop of de
steel. Daarna voorzichtig afdrogen. Vreemde stoffen in de behuizing kunt u voorzichtig verwijderen door met een
zachte borstel of kwast (ofwel wegblazen ofwel wegzuigen met een stofzuiger).
De levensduur van de knoppen kunt u verlengen door af en toe (ongeveer iedere 100 gebruiksuren) een klein beetje
smeerolie aan te brengen op de assen, schroefdraad en de fixeerschroeven van de knoppen. Een gewone
huishoudolie is goed genoeg. Om dit te doen moet u uiteraard wel eerst de knoppen afnemen.
U kunt ook wat vet doen aan de schroefdraad van de spanschroef op de steel, en ook aan de bevestigingsbout van
de zoekkop.
Als u de detector niet gebruikt, bergt u hem best op op een droge plaats die niet onderhevig is aan extreme
temperaturen. Als u hem lange tijd niet zult gebruiken doet u er goed aan de batterijen eruit te halen, omdat die
anders kunnen gaan lekken, en zo ernstige schade veroorzaken.
Als u deze raadgevingen opvolgt, zal uw detector u nog vele jaren efficiënt zoekplezier bezorgen.
10. Problemen en oplossingen
a) Algemeen
- Controleer de batterijen met een geschikte tester.
- Verwissel de batterijen en controleer of de batterijen juist en stevig bevestigd zijn. De levensduur van batterijen kan
sterk variëren van merk tot merk. Soms bevatten 'nieuwe' batterijen al niet eens genoeg energie om de detector te
doen werken...
b) Trillend of onderbroken signaal
- Dit kan liggen aan het feit dat de batterijen niet goed aangesloten zijn. Controleer of de batterijen stevig genoeg
vastzitten op de connectors.
- Storing door een voertuig dat uitgerust is met een radiozender, of mogelijk door een stationaire bron van
elektromagnetische straling. Verminder de gevoeligheid van de detector. Als het probleem daarmee niet verholpen
is, wacht u best tot de storing vanzelf stopt.
c) De detector raakt ontregeld
- Dit kan zijn omdat het toestel net van in een relatief warme omgeving (binnenshuis) buiten gebracht is. Hoe groter
het temperatuurverschil, hoe erger de ontregeling. In extreme omstandigheden kan het tot een half uur duren voor
de elektronische circuits geacclimatiseerd zijn.
- Soms kan de ontregeling ook veroorzaakt worden door batterijen die leeg raken. Vervang de batterijen ; dit zou u
normaal terug een stabiel signaal moeten opleveren.
CS220
6
VELLEMAN