I
NSPECTIE VOOR
Controleer dat het oppervlak van de last op de plaats waar de last contact maakt met het
hijshulpmiddel, vrij is van vet, verf, vervuiling en loszittend materiaal en niet gecoat is, zodat
de grijpers goed contact kunnen maken met het oppervlak van de last.
Controleer de klembekken en hun oppervlak op slijtage en beschadigingen. De profielen
moeten schoon zijn.
Het gehele hijshulpmiddel moet op beschadigingen, scheuren en vervormingen worden
gecontroleerd.
Het hijshulpmiddel moet makkelijk geopend en gesloten kunnen worden.
De borgpen controleren. De borgpen waarmee de hefcapaciteit kan worden ingesteld moet vrij
beweegbaar zijn en moet geborgen worden met de veiligheidspin.
Inspectie van de ketting tweesprong
Controleer de ketting tweesprongen regelmatig volgens de DIN 685-5 norm.
Vervang ze als de schalmen met meer dan 10% van de nominale dikte versleten zijn.
Ketting tweesprongen moeten worden gecontroleerd op beschadiging, vervorming, scheuren,
slijtage en corrosie.
Een uitgerekte of versleten ketting moet worden vervangen.
G
EBRUIK VAN HET
Nadat de wanddikte van de te vervoeren lading is vastgesteld, moeten de afzonderlijke
klemmen op de juiste klemcapaciteit worden ingesteld door de positie van de borgpen te
veranderen (tabel 2). De afzonderlijke klemmen met behulp van de handgrepen plaatsen
zodat de geopende bekken compleet om de last heen zitten tot achterin de opening van de
grijper. Controleer dat het zwaartepunt van de te vervoeren last zich zo dicht mogelijk bij de
loodlijn van het hijsmiddel bevindt door de grijpers goed te verdelen op de last om het
slingeren van de last bij het oppakken te minimaliseren.
Voorzichtig de door de bekken geklemde last optillen om deze veilig te transporteren. Laat
aan het einde van het transport het hijsmiddel zakken totdat het hijshulpmiddel en/of
ophangoog volledig loshangt en vrij kan worden verplaatst. De grijpers kunnen van de last
worden gehaald.
I
/ O
NSPECTIES
NDERHOUD
Volgens
de
bestaande
veiligheidsvoorschriften moeten hijshulpmiddelen geïnspecteerd worden:
• naar gevarenbeoordeling van de eigenaar,
• voor eerste ingebruikname,
• voor heringebruikname na een periode van buitengebruikstelling,
• na fundamentele veranderingen,
• maar in ieder geval 1 x per jaar door een bevoegd persoon.
LET OP: bij uitzonderlijke bedrijfsomstandigheden (bv. bij galvaniseringsprocessen)
kunnen kortere keuringsintervallen noodzakelijk zijn.
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door gespecialiseerde bedrijven die originele
TIGRIP onderdelen gebruiken. De componenten van het apparaat moeten worden
geïnspecteerd (in het algemeen bestaand uit een visuele en functionele inspectie) op
gebreken, slijtage, corrosie of andere onregelmatigheden, en alle veiligheidsvoorzieningen
moeten worden getest op hun goede conditie en werking.
De inbedrijfstelling en de periodieke controles moeten worden gedocumenteerd (bv. in een
CMCO keuringsboekje).
W
ERKAANVANG
H
IJSHULPMIDDEL
nationale
en
©
2016 Columbus McKinnon Industrial Products GmbH
internationale
ongevallenpreventie
46
c.q.