verwijdert, voordat u instellingen
aanpast of wijzigt, of als u
reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de
hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie
staat. Het onbedoeld opstarten kan
letsel veroorzaken.
Aanpassing zaagdiepte (fi g. 1–3)
1. Maak het handvat voor aanpassing van de
diepte (n) los.
2. Beweeg de schoen (f) om de juiste zaagdiepte
te verkrijgen.
3. Span het handvat voor aanpassing van de
diepte (n) aan.
WAARSCHUWING: Laat het zaagblad
ongeveer 3 mm (fig. 3) op het werkstuk
invallen om optimale resultaten te
verkrijgen.
Aanpassen Afschuininstelling (fi g. 4)
De afschuinhoek kan worden afgesteld tussen 0° en
45° voor de D23550 en tussen 0° en 55° voor de
D23650.
1. Maak het handvat voor aanpassing
afschuininstelling (k) los.
2. Stel de afschuininstelling in door de zaagschoen
(f) over te hellen tot de markering de gewenste
hoek op de schaal aanduidt.
3. Span het handvat voor aanpassing
afschuininstelling (k) aan.
Aanpassing Schoen voor Sneden op
90º (fi g. 1, 5)
1. Pas de zaagmachine aan op een
afschuininstelling van 0º.
2. Haal de beschermkap van het zaagblad uit
door de hendel (h) te gebruiken en plaats de
zaagmachine op de kant van het zaagblad.
3. Maak het handvat voor aanpassing
afschuininstelling (k) los.
4. Plaats een vierkant tegen het zaagblad en
schoen om de instelling van 90º aan te passen.
5. Pas de stop (p) aan zoals vereist.
Het Zaagblad Vervangen (fi g. 6)
1. Schakel de zaagbladvergrendelingsknop (d)
in en schroef de zaagbladklemschroef (q) los
door deze met de steeksleutel (r) die bij het
gereedschap is geleverd, naar links los te
draaien.
2. Haal de onderste beschermkap (i) uit door de
hendel (h) te gebruiken en vervang het zaagblad
(j). Plaats de onderlegringen (s, t) voor het
zaagblad terug in de juiste positie.
3. Controleer de draairichting van het zaagblad.
4. Voeg de schroef voor het vastklemmen van het
zaagblad (q) met de hand in om de onderlegring
in positie te houden. Draai met de wijzers van
de klok mee.
5. Druk de knop voor het sluiten van het zaagblad
(d) in terwijl u de spindel draait tot het zaagblad
niet langer draait.
6. Span de schroef voor het vastklemmen van
het zaagblad sterk aan door de moersleutel te
gebruiken.
Afstellen van het Spouwmes (fi g. 6)
Kijk naar figuur 6 voor een correcte afstelling van het
spouwmes (g). Stel de afstand van het spouwmes
af na het zaagblad te hebben veranderd of wanneer
nodig.
1. Stel de zaagdiepte in op 0 mm om toegang tot
de vastklemschroeven (u) van het spouwmes te
krijgen.
2. Maak de schroeven (u) los en trek het
spouwmes uit tot zijn maximale lengte.
3. Pas de afstand aan en span de schroeven aan.
(aanhaalmoment: 4–5 Nm).
Montage en Afstelling van de
Paralelgeleider (fi g. 7)
De paralelgeleider (o) wordt gebruikt om paralel met
de rand van het werkstuk te zagen.
MONTEREN
1. Draai de vergrendelschroef (v) los zodat de
parallelle langsgeleiding kan passeren.
2. Steek de parallelle langsgeleiding (o) in de
zaagschoen (f), zoals wordt afgebeeld.
3. Draai de vergrendelschroef aan (v).
AFSTELLEN
1. Draai de vergrendelschroef (v) los en zet de
parallelle langsgeleiding (o) op de gewenste
breedte.
2. Draai de vergrendelschroef aan (v).
Voor ingebruikneming
– Controleer dat de beschermkappen goed zijn
gemonteerd. De zaagbladbeschermkap moet
gesloten zijn.
NEDERLANDS
73