VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging van inverters en andere stroomvoerende onderdelen van
een PV-installatie door defecte of ondeskundige installatie.
Een gebrekkige of ondeskundige installatie kan leiden tot oververhitting van kabels en aansluitingen,
alsmede tot de vorming van vlambogen. Dit kan resulteren in thermische schade en uiteindelijk zelfs in
brand.
Let bij het aansluiten van de AC- en DC-kabels op het volgende:
-
Draai alle aansluitklemmen stevig aan met het draaimoment dat in de gebruiksaanwijzing is aan-
gegeven
-
Draai alle aardingsklemmen (PE / GND) stevig aan met het aanhaalmoment dat in de gebruik-
saanwijzing is aangegeven. Dit geldt ook voor vrije aardingsklemmen
-
Zorg ervoor dat kabels niet worden overbelast
-
Controleer of de kabels correct zijn gelegd en onbeschadigd zijn
-
Houd u aan de veiligheidsaanwijzingen, de gebruiksaanwijzing en de ter plaatse geldende regel-
geving
Zet de inverter met behulp van bevestigingsschroeven altijd stevig vast aan de montagesteun. Houd u
hierbij aan het aanhaalmoment dat in de gebruiksaanwijzing is aangegeven.
Neem de inverter uitsluitend met vastgedraaide bevestigingsschroeven in bedrijf!
OPMERKING! Beschermingsklasse IP 66 geldt alleen als
-
de inverter op de montagesteun is aangebracht en goed op de montagesteun is vastgeschroefd,
-
de afdekking van het datacommunicatiegedeelte op de inverter is gemonteerd en vastgeschro-
efd.
Voor de montagesteun zonder inverter en ventilatiekanaal geldt beschermingsklasse IP 20!
OPMERKING! De op de inverter aangesloten zonnepanelen moeten aan de norm IEC 61730 Klasse
A voldoen.
OPMERKING! Zonnepanelen die aan licht worden blootgesteld, leveren stroom aan de inverter.
OPMERKING!
-
Controleren of de neutrale draad van het net geaard is. Bij IT-netwerken (geïsoleerde netwerken
zonder aarding) is dit niet mogelijk en werkt de inverter niet.
-
De neutrale draad moet worden aangesloten omdat anders de inverter niet werkt.
Een neutrale draad met een te klein vermogen kan de terugleveringsmodus van de inverter ne-
gatief beïnvloeden. De neutrale draad moet daarom dezelfde capaciteit hebben als de overige
stroomvoerende draden.
De specificaties van de fabrikant met betrekking tot levering, installatie en bedrijf moeten worden nageleefd.
Voer alle aansluit- en installatiewerkzaamheden precies volgens de aanwijzingen en voorschriften uit om risi-
co's tot een minimum te beperken. Het aanhaalmoment van de aansluitklemmen vindt u in de gebruiksaanwij-
zing / installatiehandleiding van het betreffende apparaat.
Gedetailleerde, landspecifieke garantievoorwaarden zijn beschikbaar op internet:
Fronius-fabrieks-
garantie
www.fronius.com/solar/warranty
Om de volledige garantieperiode voor uw nieuw geïnstalleerde Fronius-inverter of -opslag
te krijgen, registreert u zich op: www.solarweb.com.
14