Zo realiseert u een betere controle over het inductieverhittingsapparaat in onver-
wachte situaties.
Draag bij het werk met het inductieverhittingsapparaat altijd een veiligheidsbril.
Dampen en rook van hete/brandende lijmen zijn giftig. Draag een officieel goedgekeurd
ademhalingsbeschermingsmasker met dubbel filter (tegen stof en damp). Vergewis u ervan
dat het masker past. Baarden en gezichtsbeharing zorgen evt. ervoor dat het product niet
goed afdicht. Gebruik in geen enkel geval papieren wegwerpmaskers.
Draag tijdens het werk met het inductieverhittingsapparaat hittebestendige
handschoenen. Het inductieverhittingsapparaat verhit metaal zeer snel.
U kunt uw handen en vingers verbranden bij een poging om onderdelen te verwijderen van
hete metalen oppervlakken.
C. Elektrische veiligheidsvoorschriften
Gebruik het inductieverhittingsapparaat niet in regen of bij vochtigheid of dompel het
niet onder in water. Als het apparaat blootgesteld wordt aan water of andere vloeistoffen,
kan dat een elektrische schok veroorzaken.
Koppel het inductieverhittingsapparaat los van de stroomtoevoer voordat u een van
de adapters vervangt.
Behandel de stroomkabel zorgvuldig. Houd de kabel uit de buurt van warmte, olie,
scherpe kanten en/of bewegende onderdelen.
Gebruik het inductieverhittingsapparaat niet als de kabel beschadigd is.
Beschadigde kabels kunnen een elektrische schok doen ontstaan.
Koppel het inductieverhittingsapparaat los van de stroomtoevoer als het niet in
gebruik is.
Verlengkabel:
Als een verlengkabel noodzakelijk is, zijn alleen de volgende twee kabellengten geautori-
seerd voor gebruik in combinatie met het inductieverhittingsapparaat:
4,00 m
= ca. 8 m
2
2,50 m
= ca. 16 m
2
Gebruik slechts één verlengkabel tegelijk.
Sluit geen twee of meer verlengkabels aan in serie.
Wikkel de verlengkabels af – vast gewikkelde verlengkabels
kunnen oververhitten en een brand veroorzaken.
D. Brandveiligheidsvoorschriften
Probeer niet om spuitbussen, verfblikken of andere reservoirs te verhitten waarin brandstoffen,
gassen of vloeistoffen onder druk opgeslagen zijn. De ontstaande hitte kan ertoe leiden dat
het reservoir explodeert of dat de inhoud vanzelf ontbrandt.
Gebruik geen verhittingsspoel als de isolatie beschadigd is. Als de isolatie beschadigd is,
kan het bij contact met een voertuig komen tot vonkvorming. Dat vormt in het bijzonder een
brandgevaar bij het werken in de buurt van gasleidingen/-reservoirs.