De tweede stroom vloeit, zolang de brander-
knop [30] wordt ingedrukt.
Is de functie Slope ingeschakeld, kan met deze
branderknop de daling van de stroom voortijding
worden beëindigd.
TIG-brander aansluiten
▸
Sluit de TIG-brander aan op de minpoolaan-
sluitbus [3] van de installatie en borg deze door
rechtsom draaien.
▸
Steek de brander-besturingsstekker in de aan-
sluitbus [23].
Er bestaat gevaar voor aangesloten
elektrische onderdelen of de bediener!
In de aansluitbus [23] van
¾
het apparaat mag alleen de
besturingsstekker van de TIG-
brander worden gestoken.
Hier nooit iets anders insteken,
¾
zoals een relaiscontact van een
geautomatiseerde besturing of een
handschakelaar, omdat de bus altijd
de volledige ontstekingsspanning
heeft, ook als de besturingsstekker
niet is ingestoken.
Aansluiten van de werkstukleiding
▸
Sluit de werkstukleiding aan op de pluspoolaan-
sluitbus [4].
▸
Borg de aansluitstekker door rechtsom draaien.
▸
Bevestig de massatang goed geleidend op een
blank gedeelte van de lastafel, resp. het werkstuk.
Aansluiten van de beschermgasfles
▸
Plaats de beschermgasfles [37] op een geschikte
locatie en beveilig deze tegen omvallen.
▸
Gebruik een wandhouder of een flessenwagen
voor een stabiele stand.
▸
Open het gasflesventiel [38] meermaals kort om
eventuele vuildeeltjes uit te blazen.
▸
Sluit de drukregelaar [34] aan op de bescherm-
gasfles [37].
▸
Schroef de beschermgasslang [36] van de TIG-
brander vast aan de drukregelaar.
▸
Open de gasfles met het gasflesventiel [38].
Vlamboog ontsteken ("Lift Arc")
▸
Zie "Vlamboog ontsteken ("Lift Arc")".
Pulsen
▸
Zie "Pulsen".
90
GEVAAR!
Het apparaat beschikt over vier jobs, die individueel
kunnen worden geprogrammeerd. In de modi elek-
trode en TIG zijn elk twee jobs beschikbaar. In een
job worden alle in het apparaat instelbare hoofd- en
nevenparameters opgeslagen.
Vanuit de fabriek zijn alle jobs voorgeprogrammeerd
met standaardwaarden.
Job opslaan
▸
Het apparaat instellen zoals gewenst.
▸
Druk minimaal 3 seconden op de toets 1 [22] of
2 [20].
Ter bevestiging van de gekozen job, knippert de
3
betreffende LED [19] of LED [21] twee keer.
Job kiezen
▸
Druk kort op de toets 1 [22] of 2 [20].
Als bevestiging van de gekozen job, brandt de
3
betreffende LED [19] of LED [21] permanent.
Job verlaten
▸
Draai aan de draaiknop [13] of druk kort op de
toets [18].
Hulpparameters oproepen
▸
Druk tegelijk kort op de toets 1 [22] en 2 [20].
Op de 7-segment-display wordt afwisselend de
3
parametercode en de bijbehorende instelwaarde
weergegeven.
▸
De instelwaarde kan door het draaien aan de
draaiknop [11] worden ingesteld.
▸
Door het drukken op de toets 1 [22] en 2 [20]
wordt de vorige of de volgende hulpparameter
weergegeven.
Afhankelijk van de gekozen modus en functie, zijn
verschillende hulpparameters beschikbaar.
▸
Druk tegelijk kort op de toets 1 [22] of 2 [20]
om de hulpparameters te verlaten.
Jobs