4
Gebruik de 1 - 10, SYMBOL en CHARACTER toetsen om de tekens
in te voeren.
Met de CHARACTER toets kunt u schakelen tussen hoofdletters en kleine letters.
U kunt de volgende symbolen invoeren door op de SYMBOL toets te drukken.
5
Druk op de ENTER toets wanneer de naam geheel is ingevoerd.
Tekens (symbolen):
Hoofdletters
1
ABC 2 DEF 3 GHI 4 JKL 5 MNO 6 PQRS 7 TUV 8 WXYZ 9 0
Kleine
1
abc 2 def 3 ghi 4
letters
– . , / : ? & ( ) ! " # $ % ∗ ; < = > @ _ ` + '
: toont een spatie.
jkl 5 mno 6 pqrs 7 tuv 8 wxyz 9
0
Wissen van namen van een disc en fragmenten:
1
Voer stappen 1 - 2 van "Invoeren van namen voor een disc en fragment" op blad-
zijde 39 uit.
2
Houd de TIMER/DELETE toets tenminste 3 seconden ingedrukt.
"NAME CLEAR?" wordt getoond.
3
Druk op de ENTER toets als u klaar bent.
Wissen van een teken:
1
Voer stappen 1 - 3 van "Invoeren van namen voor een disc en fragment" op blad-
zijde 39 uit.
2
Gebruik de REC LEVEL/CURSOR
te wissen teken te selecteren zodat dit gaat knipperen.
3
Druk op de TIMER/DELETE toets.
4
Druk op de ENTER toets als u klaar bent.
Toevoegen van een teken:
1
Voer stappen 1 - 3 van "Invoeren van namen voor een disc en fragment" op blad-
zijde 39 uit.
2
Gebruik de REC LEVEL/CURSOR
teken waar u een nieuw teken voor wilt zetten te selecteren zodat dit gaat knip-
peren.
3
Kies het in te voeren teken en druk dan op de ENTER toets.
of
toets op de afstandsbediening om het
of
toets op de afstandsbediening om het
NEDERLANDS
N-40