Bedieningselementen En Controle-Instrumenten; Opstarten; Veiligheidsvoorzieningen - FINI NUAIR NB4 Manual De Instrucciones

NEDERLANDS (Vertaling van de originele instructies)

3.3 Bedieningselementen en controle-instrumenten

Op het bedieningspaneel zijn alle bedieningselementen en controle-instrumenten ondergebracht (fig. 6):
1. Aan-uitschakelaar (I/0 - ON/OFF) (directe start)
2. Waarschuwingslampje oliepeil ontoereikend (indien voorzien)
3. Noodstopknop
4. Werkingsurenteller
5. Manometer druk uitlaatlucht

3.4 Opstarten

Zodra u de handelingen met betrekking tot de plaatsing en de elektrische installatie uiterst nauwkeurig uitgevoerd heeft
is de machine klaar om in werking gesteld te worden.
U doet er goed aan om deze handeling (werkingstest) door een vakman te laten doen.
Vóórdat u verder gaat moet u eerst het volgende controleren:
– of de netspanning overeenkomt met de spanning die op het CE-plaatje staat vermeld;
– of alle aansluitingen tot stand gebracht zijn en of u daarbij kabels met de juiste doorsnede gebruikt heeft waarbij u
erop moet letten dat de kabels niet beschadigd zijn en dat er geen draden blootliggen;
– of de schakelaar aan de wand over zekeringen beschikt met voldoende capaciteit;
– of het oliepeil boven het minimum is (fig. 7);
– of de aansluiting op de tank tot stand gebracht is.
Nadat u deze controles verricht heeft moet u het volgende doen:
– Schakel de stroomtoevoer naar de schakelaar aan de wand in.
– Zet de compressor door middel van schakelaar aan (fig. 6).
– Controleer of de draairichting overeenstemt met de richting die door de pijl aangegeven wordt (fig. 8).
Indien de compressor in de verkeerde richting draait moet u de machine onmiddellijk uitzetten, de stroomtoevoer naar
de hoofdschakelaar uitschakelen en de beide fases van de klemmen L1-L2-L3 van de schakelaar zelf verwisselen.
Schakel daarna de stroomtoevoer weer in en zet de machine weer aan.
Laat de machine minimaal vijf minuten lang in werking met de luchtkraan open, draai na afloop daarvan de kraan
dicht en controleer of de compressor de tank vol laat lopen en stopt zodra de maximum druk, die u van manometer
5 af kunt lezen, bereikt is.
U moet de compressor altijd door middel van schakelaar 1 stoppen; hierdoor kan de perslucht die in de kop zit
ontsnappen en start de compressor de volgende keer met een groter gemak.
ALLEEN in extreme gevallen moet u de noodknop 3 gebruiken.

3.5 Veiligheidsvoorzieningen

● Werkingsdrukverschilschakelaar (zie fig. 3/5): regelt de STOP- en de START-druk.
● Oliepeilcontrole (waar aanwezig).
1) Tijdens de normale werking wordt het oliepeil om de 5 seconden gecontroleerd; als de voeler 12 keer achter
elkaar waarneemt dat het oliepeil onvoldoende is dan wordt de compressor geblokkeerd en dan gaat het
waarschuwingslampje (fig. 9 - ref. 2) branden (continu).
Oplossing: Schakel de stroom uit, controleer het oliepeil en vul olie bij. Wacht een paar minuten en start de compressor
opnieuw; als de machine tijdens het opnieuw starten weer stopt moet u zich tot een erkend servicecentrum wenden.
2) Als het lampje (fig. 9 - ref. 2) tijdens de eerste start van de machine of tijdens de normale werking intermitterend
knippert dan kunnen er zich twee gevallen voorgedaan hebben: de voeler is in kortsluiting of het contact is open:
in beide gevallen moet u zich tot een servicecentrum wenden omdat de voeler vervangen moet worden.
In deze toestand zal de compressor toch nog 3 uur blijven werken, daarna moet u hem uit en weer aanzetten om
de normale werking voort te kunnen zetten totdat de voeler vervangen wordt.
● Controlelampje oliepeil (fig. 9).
TELKENS ALS U DE COMPRESSOR OPNIEUW IN WERKING STELT MOET U HET OLIEPEIL CONTROLEREN.
78