16
III. WAARSCHUWINGEN VOOR DE GEBRUIKER EN DE INSTALLATEUR
Alvorens het toestel te installeren, moet u de richtlijnen in deze handleiding aandachtig lezen.
Indien u deze niet volgt, kunt u niet langer genieten van de garantie.
1. De installatie van de boiler is ten laste van de koper.
Ingebruikstelling, onderhouds en herstelwerkzaamheden mogen enkel worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde vakman. Deze moet zich houden aan de van kracht zijnde nationale wetten.
Ook de voorschriften met betrekking tot boilers moeten worden nageleefd.
2. Recycleren na de levensduur is ten laste van de gebruiker.
3. Milieubescherming
De verpakking beschermt uw boiler tegen schade tijdens het transport. Omwille van het milieu gebruiken
wij geselecteerde materialen. U kunt deze verpakkingsmaterialen terugbrengen naar het dichtstbijzijnde
recycleer of afvalcentrum.
Bepaalde toestellen zijn voorzien van een elektrische accumulator, een gevaarlijk materiaal voor het milieu.
De accumulator moet worden verwijderd uit het toestel vooraleer dit naar een afvalcentrum te brengen, en
op een veilige wijze worden weggegooid. Deze accumulator wordt verwijderd nadat de elektrische
stroomtoevoer is uitgeschakeld door hem los te koppelen van de drukschakelaar van de elektrische kring
onder de afdekking die van de elektrische elementen beschermt.
4. De fabrikant wijst elke verantwoordelijkheid af voor eventuele schade, veroorzaakt door een installatie die
niet volgens de regels der kunst wordt uitgevoerd, en als de gebruiksaanwijzingen niet worden gevolgd.
5. De elektrische aansluiting moet gebeuren overeenkomstig de voorschriften in het hierna volgende hoofdstuk
"elektrische aansluiting".
6. Om risico op brandwonden te vermijden via de thermostatische mengkranen nooit de temperatuur van 50°C
overschrijden aan de wateraftappunten. Om risico op bacteriologische verspreiding te vermijden moet de
thermostaat op minimum 60°C worden ingesteld.
7. In geval het toestel langere tijd niet wordt gebruikt (meer dan een maand), de hydraulische kringen en de
stroomtoevoer van de boiler afsluiten en het toestel laten leeglopen.
8. Voor alle werkzaamheden aan het toestel (installatie, opstarten, onderhoud, herstel ...) moet een beroep
gedaan worden op een vakman.
IV. AANBEVELINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
IV.1 Algemeen
Om verlies van warmtecapaciteit te vermijden wordt aangeraden de boiler te installeren zo dicht mogelijk bij de
wateraftappunten. Het toestel en de veiligheidsgroep (niet geleverd door de fabrikant van de boiler) moeten
worden geïnstalleerd in een plaats die vorstbestendig is.
Om onderhoudswerkzaamheden toe te laten moet een vrije ruimte van +/- 50cm worden gelaten voor het plastic
deksel voor toegang tot de elektrische elementen.
IV.2 Definities
Toegelaten installatieplaatsen van de boiler (Afb.1).
Omhullende ruimte: De omhullende ruimte is de ruimte buiten het bad of de douchebak, en wordt begrensd
aan de ene kant door het verticale cilinderoppervlak rond het bad of de douchebak en aan de andere kant het
horizontale vlak op 2,25 m van de bodem van het bad of de douchebak.
Veilige ruimte: De veilige ruimte is de ruimte die een persoon in het bad of de douche kan aanraken buiten het
omhulsel. Deze is beperkt door het verticale cilinderoppervlak op een afstand van 0,60 m van de rand van het
bad of de douchebak, en is beperkt door een horizontaal vlak op 2m25 boven de bodem van het bad of de
douchebak. Voor Frankrijk wordt deze afstand van 0,60 m. op 1 m gebracht.
IV.3 Installatieplaats
Vast geïnstalleerde boilers gevoed met laagspanning zijn toegelaten binnen de omhullende ruimte als ze ten
minste een beschermingsgraad van IP 25 hebben. (IP 24 voor Frankrijk).
Symbool: