Elektrische bedrading
• Alleen een bevoegd installateur (*1) of een bevoegd onderhoudsmonteur
(*1) mag elektrische werkzaamheden aan de airconditioner verrichten.
Onder geen voorwaarde mag dit werk worden verricht door een
onbevoegde, aangezien fouten of vergissingen kunnen leiden tot
elektrische schokken en/of kortsluiting of lekstroom.
• Bij het aansluiten van de stroomdraden, het repareren van elektrische
onderdelen of het verrichten van andere elektrische werkzaamheden
dient u handschoenen te dragen ter bescherming tegen elektrische
stroom en isolerend schoeisel en kleding ter bescherming tegen
elektrische schokken. Als u dergelijke beschermende kleding niet
draagt, loopt u de kans op elektrische schokken.
• Gebruik bedrading die voldoet aan de specificaties in de
installatiehandleiding en de ter plaatse geldende voorschriften en
wetten. Het gebruik van bedrading die niet voldoet aan de
specificaties kan resulteren in elektrische schokken, kortsluiting en
lekstroom, rookontwikkeling en/of brandgevaar.
• Verbind een aardedraad. (aardaansluitingen)
Een onvolledige aarding kan een elektrische schok veroorzaken.
• Sluit aardedraden niet aan op gasleidingen, waterleidingen,
bliksemafleiders of aardkabels voor telefoons.
• Na het voltooien van de verplaatsing of het reparatiewerk dient u te
controleren of de aardleidingen naar behoren zijn aangesloten.
• Installeer een stroomonderbreker die voldoet aan de specificaties in de
installatiehandleiding en de ter plaatse geldende voorschriften en wetten.
• Installeer de stroomonderbreker op een plaats waar die goed
toegankelijk is voor de gebruiker.
• Als u de stroomonderbreker buitenshuis aanbrengt, let dan goed op
dat het een specifiek voor buitengebruik geschikt type is.
• In geen geval moet de voedingsdraad of de binnen- en
buitenverbindingskabel in het midden worden aangesloten
(verbinding met behulp van soldeervrije aansluiting, enz.)
Aansluitprobleem op de plaatsen waar de kabel in het midden is
aangesloten, kan tot rookontwikkeling en/of brandgevaar leiden.
• Werkzaamheden met elektrische bedrading moeten altijd worden
uitgevoerd in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving,
wetten en de installatiehandleiding.
Doet u dit niet, dan kan dat leiden tot elektrocutie of kortsluiting.
• Controleer of de bedrading geen slijtage, corrosie, overdruk,
trillingen, scherpe randen of andere nadelige effecten toont. Houd bij
de controle ook rekening me de effecten van veroudering of continue
trillingen door bronnen zoals compressoren en ventilators.
81-NL
– 41 –
Testen
• Nadat u de werkzaamheden hebt voltooid dient u voor het
inschakelen van de airconditioner eerst te controleren of het deksel
van de elektriciteitskast van de binneneenheid en het
onderhoudspaneel van de buiteneenheid zijn gesloten, om
vervolgens de stroomonderbreker in de ON (AAN)-stand te zetten.
Als u de stroom inschakelt zonder eerst deze punten te controleren,
kunt u een elektrische schok krijgen.
• Indien er iets mis is met de airconditioner (wanneer u een foutmelding
ziet of een brandlucht ruikt, vreemde geluiden hoort of wanneer de
airconditioner niet koelt of verwarmt, of wanneer er water uit lekt),
raak dan de airconditioner niet aan, maar zet de schakelaar in de
OFF (UIT)-stand en neem contact op met een bevoegd
onderhoudsmonteur. Neem de nodige maatregelen om te voorkomen
dat de stroom wordt ingeschakeld (breng bijvoorbeeld een bordje
"defect" aan dicht bij de stroomonderbreker) totdat de bevoegde
onderhoudsmonteur arriveert. Het voortzetten van het gebruik van de
airconditioner terwijl er iets mis mee is, kan leiden tot ernstige
mechanische defecten, elektrische schokken en andere problemen.
• Nadat het werk is voltooid, dient u met een isolatietester (500 VMΩ)
te controleren of de weerstand 1 MΩ of meer bedraagt tussen de
stroomvoerende delen en het niet-stroomvoerende metalen deel
(aardingsdeel). Als de weerstandswaarde te gering is, kan er
kortsluiting, lekstroom of een elektrische schok optreden aan de
gebruikerskant.
• Na voltooiing van het installatiewerk controleert u of er geen
koelmiddel lekt, of de waterafvoer in orde is en controleert u de
weerstand van de isolatie. Vervolgens laat u de airconditioner
proefdraaien, om te zien of het apparaat goed werkt.
Uitleg aan de gebruiker
• Na voltooiing van het installatiewerk vertelt u de gebruiker waar de
stroomonderbreker zich bevindt. Als de gebruiker niet weet waar de
stroomonderbreker zit, kan hij of zij de airconditioner niet
uitschakelen wanneer er zich een storing voordoet in de werking.
• Als de installatie is voltooid, volg dan de Gebruikershandleiding om
de klant uit te leggen hoe hij het apparaat moet gebruiken en
onderhouden.
82-NL