OSTRZEŻENIE:
1. Przed pierwszym użyciem pojazdu baterię należy ładować
przez 12 godzin.
2. Podłącz baterię i złącza ładowarki, a następnie podłącz
ładowarkę do gniazda sieciowego 100-240 V AC.
3. Po 0,5-1 godzinach użytkowania należy ładować baterię
przez 8-12 godzin, ale nie przekraczać 20 godzin.
4. Jeśli pojazd porusza się wolniej niż zwykle, należy go
natychmiast podłączyć do ładowania na 8-12 godzin.
5. Jeśli pojazd nie będzie używany przez dłuższy czas, należy
całkowicie naładować baterię i ładować go co 3 miesiące, aby
przedłużyć jej żywotność.
6. Jeśli ładowarka jest gorąca (ale poniżej 71oC) podczas
ładowania, jest to normalne.
7. Złącze ładowarki nie może znajdować się w pobliżu wody,
gdyż może to spowodować zwarcie.
8. Pojazd można ładować tylko za pomocą dostarczonej wraz z
pojazdem ładowarki, w przeciwnym razie pojazd może ulec
uszkodzeniu.
9. Tylko dorośli mogą ładować baterię.
10. Nie można ładować baterii nieładowalnych.
11. Stosuj wyłącznie baterie tego samego typu lub równoważ-
nego, co zalecane.
12. Baterie należy wkładać z odpowiednią polaryzacją.
13. Uszkodzone baterie należy usunąć z pojazdu.
14. Zaciski zasilania nie mogą być zwarte.
15. Nie mieszać starych i nowych baterii.
UTRZYMANIE
KONSERWACJA
1. Przed montażem sprawdź, czy posiadasz wszystkie części, jeśli
brakuje którejś, skontaktuj się z lokalnym sklepem.
2. Po zmontowaniu pojazdu, należy sprawdzić wszystkie części i
upewnić się, że pojazd działa prawidłowo.
3. Należy starannie czyścić produkt od czasu do czasu i nie
niszczyć żadnych części.
4. Aby zapewnić dziecku bezpieczeństwo, należy okresowo
sprawdzać i konserwować pojazd.
Opgelet
WAARSCHUWING:
1. Voertuig mag niet worden gebruikt op wegen, stoepen,
hellingen of zand.
2. Het voertuig moet op een vlakke ondergrond worden
gebruikt.
3. Overbelast het voertuig niet. Let op de gewichtsbeperkingen:
Maximaal totaalgewicht 60 Kg.
4. De batterij moet door een volwassene worden opgeladen.
5. Kinderen die met dit voertuig rijden, moeten te allen tijde
onder toezicht staan van een volwassene.
6. Verander het circuit van het voertuig of de elektrische
uitrusting niet.
7. Rij niet in water of andere vloeistoffen.
8. Stop bij het naderen van een obstakel, draai weg en verander
het voertuig van richting.
9. Laad het voertuig op als het langzaam rijdt, anders wordt de
levensduur van de batterij verkort.
10. Laad de batterij volledig op voordat u deze voor langere tijd
opbergt, en laad ze vervolgens elke 3 maanden opnieuw op om
de levensduur van de batterij te verlengen.
11. Rij niet in de regen.
12. Batterij, lader, elektriciteitsdraad, stekker, behuizing en
andere onderdelen moeten periodiek worden gecontroleerd op
schade en mogen niet langer gebruikt tot wanneer de schade is
hersteld.
13. De batterijlader die met het speelgoed wordt gebruikt, moet
regelmatig worden onderzocht op schade aan het snoer, de
stekker, de behuizing en andere onderdelen en, in geval van
dergelijke schade, mag het speelgoed niet met deze batterijlader
worden gebruikt totdat de schade is hersteld.
14. Dit voertuig is vanwege de maximale snelheid niet geschikt
voor kinderen jonger dan 6 jaar.
15. Het voertuig mag alleen worden gebruikt met de aanbevolen
lader.
16. De lader is geen speelgoed.
17. Reinig alleen met een vochtige doek.
18. Controleer of de onderdelen in goede staat zijn, zo niet,
moeten ze gerepareerd of vervangen worden.
19. Er moet beschermende uitrusting worden gedragen. Dit
voertuig is niet geschikt voor gebruik in het verkeer.
20. Zwakke of lege batterijen moeten uit het speelgoed worden
verwijderd.
21. Oplaadbare batterijen moeten uit het speelgoed worden
verwijderd voordat ze worden opgeladen.
22. Gebruik nooit motorvoertuigen, straten, rijwegen, stegen,
zwembaden, heuvels, trappen van een oprit, opritten met een
helling, autosnelwegen, een onefmogelijke obstakels op een
pad.
23. Kinderen dienen tijdens het rijden altijd schoenen te dragen.
24. Uit de buurt van vuur houden.
Montagehandleiding
1. Assemblage van de vlaggenstok: (Afb. 1)
Schuif de vlaggenstok in het gat voor de vlaggenstok aan de
achterkant van het voertuig. Gebruik wat kracht om de vlaggen-
stok te bevestigen totdat deze stevig vastzit.
14