7. Onderhoud
7. Onderhoud
WAARSCHUWING!
!
Zorg ervoor dat de motor is
uitgeschakeld en voldoende is afgekoeld voordat u
met onderhoud, inspectie of reparatie van de
motorzaag begint. Maak de bougiedop los, zodat
de motor niet per ongeluk gestart kan worden.
• ONDERHOUD NA ELK GEBRUIK
1. Luchtfilter
Verwijder de knop en het deksel van de luchtreiniger
Verwijder het filterelement en borstel het schoon.
Een vervuild filter kan gereinigd worden benzine (filter
in twee delen uit elkaar te nemen en schoonschud-
den).
OPMERKING
Bij onderhoud aan het luchtfilter moet de luchtaan-
zuigopening met een lap worden afgesloten.
2. Smeerkanaal
Verwijder het zaagblad en controleer het smeerkanaal
op verstopping.
All manuals and user guides at all-guides.com
(1) Luchtfilter
(1) Smeerkanaal
3. Zaagblad
Nu het zaagblad is verwijderd, verwijdert u zaagsel uit
de zaagbladloper en het smeerkanaal.
Smeer het neuskettingwiel via het smeerkanaal aan
het uiteinde van het zaagblad.
(1) Smeerkanaal
(2) Smeerpoort
(3) Kettingwiel
4. Overige
Controleer op brandstoflekken, loszittende onderde-
len en beschadiging van belangrijke delen, zoals de
verbindingen van de handgrepen en de bevestiging
van het zaagblad. Laat eventuele mankementen repa-
reren voordat u de motorzaag weer gebruikt.
• PERIODIEKE ONDERHOUDSPUNTEN
1. Koelribben van de cilinder
Opeenhoping van zaagsel en stof tussen de koelrib-
ben van de cilinder kan oververhitting van de motor
veroorzaken.
Controleer en reinig de koelribben op periodieke
basis. Hiervoor moeten luchtfilter en cilinderdeksel
van de motorzaag worden genomen.
Let er bij het terugplaatsen van het cilinderdeksel op,
dat de bedrading van de schakelaar en de pakkingen
op de juiste plaats zitten.
OPMERKING
Dek voor de zekerheid de luchtinlaatopening af.
NL 13
(1) Brandstoffilter