All manuals and user guides at all-guides.com
1. Grijp de hendel (8) om de maai-
hoogte in te stellen en beweeg
hem voorbij de vergrendeling tot
de maaihoogte die u wilt instel-
len.
De correcte snoeihoogte bedraagt bij een
siergazon ongeveer 25 - 45 mm, bij een
nuttig gazon ongeveer 45 - 65 mm.
Om voor de eerste keer in het sei-
zoen te snoeien, dient een hoge
snoeihoogte gekozen te worden.
Neem de bescherming tegen la-
waaihinder en lokale voorschriften
in acht.
In- en uitschakelen
1. Plaats de maaier op een effen
vlak.
2. Til de afdekking van de accu (6)
aan de apparaatbehuizing
omhoog en schuif de geleden
accu (7) langs de geleidingsrail
in het apparaat. Hij klikt hoor-
baar vast.
3. Sluit de transparante afdek-
king (6) weer.
4. Steek de veiligheidssleutel (20)
in de daartoe bestemde ope-
ning (20a) boven de accu
5. Let er vóór het inschakelen op
dat het apparaat geen voorwer-
pen raakt.
6. Voor het inschakelen bedient
u de in-/uitschakelaar (17) en
houdt u die vast, terwijl u op de
veiligheidsschakelaar (18) aan
de beugelgreep (1) drukt. Laat
de in-/uitschakelaar (17) los.
7. Als u het apparaat wilt uitscha-
kelen, laat u de veiligheidsscha-
kelaar (18) los.
Na het uitschakelen van het ap-
paraat draait het mes nog enkele
seconden lang. Raak het draai-
ende mes niet aan. Er bestaat
gevaar voor lichamelijke letsels.
Werken met de
grasmaaier
Het regelmatige maaien zet de grasplant
tot een versterkte bladvorming aan, maar
laat tegelijkertijd onkruidplanten afsterven.
Daarom wordt het gazon telkens nadat er
gemaaid werd dichter en ontstaat er een
gelijkmatig belastbaar gazon.
De eerste snoeibeurt vindt plaats onge-
veer vanaf april bij een groeihoogte van
70 - 80 mm. In de hoofdvegetatietijd wordt
het gazon minstens één keer per week
gemaaid.
•
Leid het apparaat stapvoets in zo
recht mogelijke banen. Om volledig te
maaien, dienen de banen zich altijd
enkele centimeters te overlappen.
•
Stel de snoeidiepte zodanig in, dat het
apparaat niet overbelast wordt. In het
andere geval kan de motor bescha-
digd worden.
•
Werk op hellingen altijd dwars op de
helling. Wees uiterst voorzichtig wan-
neer u achteruitstapt en het apparaat
voorttrekt.
•
Reinig het apparaat telkens na gebruik
zoals in hoofdstuk „Reiniging/ onder-
houd/opslag" beschreven.
Schakel na het werk en voor
het transport het apparaat uit,
trek de netstekker uit en wacht
de stilstand van het mes af. Er
bestaat gevaar voor lichamelijke
letsels.
NL
43