STORINGS-
STORING OF
CODE
BEVEILIGING
Omvormermodule-bescherming
Antivriesmodusbescherming
Bescherming tegen hoge
koelmiddeluitlaattemp. van de
condensor.
De waterinlaattemperatuur
is hoger dan die van de
wateruitlaat in de
warmtemodus
STORINGSOORZAAK EN
CORRIGERENDE MAATREGEL
1. Voedingsspanning van het apparaat is laag; verhoog de spanning
naar het benodigde bereik.
2. De ruimte tussen de apparaten is te nauw voor warmtewisseling.
Vergroot de ruimte tussen de apparaten.
3. De warmtewisselaar is vuil of het oppervlak wordt geblokkeerd.
Maak de warmtewisselaar schoon of verwijder de obstructie.
4. De ventilator werkt niet. De ventilatormotor of ventilator is kapot en
moet worden vervangen.
5. Teveel koelmiddel gebruikt. Vul opnieuw met de juiste hoeveelheid
koelmiddel.
6. Waterdebiet is te laag door lucht in het systeem of er is geen
voldoende opvoerhoogte. Ontlucht en selecteer de pomp opnieuw.
7. De temperatuursensor van de wateruitlaat zit los of is kapot; sluit
hem opnieuw aan of vervang hem.
8. De warmtewisselaar van de watertank is kleiner dan de vereiste
1,7 m² (10-16 kW-model) of 1,4 m² (5-9 kW-model).
9. Moduledraden of -schroeven zitten lost. Sluit de draden en
bevestig de schroeven opnieuw. De thermische geleidende lijm is
uitgedroogd of gevallen. Voeg wat extra lijm toe.
10. De draadaansluiting zit los of is gevallen. Sluit het draad opnieuw
aan.
11. De besturingskaart is defect en moet worden vervangen.
12. Als bevestigd is dat het regelsysteem goed werkt, dan is de
compressor kapot en moet deze worden vervangen.
Het apparaat schakelt automatisch terug naar de normale werking.
1. De deksel van de warmtewisselaar is niet verwijderd. Verwijder
deze.
2. De warmtewisselaar is vuil of het oppervlak wordt geblokkeerd.
Maak de warmtewisselaar schoon of verwijder de obstructie.
3. Er is niet genoeg ruimte is rondom het apparaat voor
warmtewisseling.
4. De ventilatormotor is kapot en moet worden vervangen.
1. Controleer de weerstand van de sensor.
2. De connector van de waterinlaat/-uitlaatsensorkabel zit los. Sluit
hem opnieuw aan.
3. De sensor van de waterinlaat/-uitlaat (TW_in/TW_out) is kapot en
moet worden vervangen.
4. De 4-wegklep is geblokkeerd. Start het apparaat opnieuw zodat de
klep van richting kan veranderen.
5. De 4-wegklep is kapot en moet worden vervangen.
67