Werking En Kenmerken; Autostart Dlm; Bedrijfsmodus Eco; Bedrijfsmodus Dlm - Gewiss JOINON WALLBOX I-CON PREMIUM Manual De Uso E Instalación

Unidad de carga para vehículos eléctricos
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 122

WERKING EN KENMERKEN

9.
Het assortiment I-CON premium bestaat uit verschillende bedrijfsmodi die hieronder worden beschreven.

9.1 AUTOSTART DLM

De oplaadstations AUTOSTART DLM kunnen 2 verschillende oplaadmodi beheren.
De eerste noemt ECO en de tweede noemt DLM.
De ene modus sluit de andere uit, maar het is mogelijk om deze configuratie naar behoefte te variëren. Voor de
bedrijfsmodus DLM is het noodzakelijk om een specifieke energiemeter op het station aan te sluiten, zoals is
aangegeven in de hoofdstukken 6 en 7.2.3 en 7.2.4.
De vereenvoudigde modus ECO is standaard ingesteld op het oplaadstation.

9.1.1 BEDRIJFSMODUS ECO

Deze modus is standaard ingesteld op het oplaadstation, en het laadvermogen is het nominale vermogen dat is
geassocieerd met de referentiecode GWJ.
De gebruiker kan deze modus verder aanpassen door in te werken op het laadvermogen, te kiezen uit een reeks
beschikbare waarden en/of een uurbereik aan te geven waarbinnen het opladen zal worden beheerd (buiten het
ingestelde tijdsbereik wordt het onderbroken of beëindigd).

9.1.2 BEDRIJFSMODUS DLM

Deze modus moet specifiek worden ingesteld door de klant/installateur door de standaard ingestelde ECO-modus
te vervangen. Op deze manier wordt, na de instelling van enkele systeemparameters, het laadvermogen onafhan-
kelijk beheerd door het oplaadstation op basis van het huishoudelijk verbruik.
Als het huishoudelijk verbruik toeneemt, wordt het laadvermogen verminderd tot het wordt onderbroken. Als het
huishoudelijk verbruik wordt verminderd, kan het vermogen toenemen.
OPGELET: om ongewenste onderbrekingen van de huishoudelijke meter te voorkomen, is de logica die is
geïmplementeerd op het energiebeheer van het voorzorgstype.
Om tegemoet te komen aan de verschillende behoeften en manieren om auto's op te laden, is de minimum
stroom die nodig is voor het opladen 8A voor stations met enkelfasige stroomvoorziening en 13A voor
stations met driefasige stroomvoorziening. Voor de bedrijfsmodus DLM is het noodzakelijk om een specifieke
energiemeter op het station aan te sluiten, zoals is aangegeven in de hoofdstukken 6 en 7.2.3 en 7.2.4.

9.2 RFID

De oplaadmodus RFID duidt aan dat de sessie wordt geactiveerd en onderbroken door het gebruik van RFID-kaar-
ten die door de beheerder zijn geleverd en vooraf zijn toegevoegd aan de lokale White List van het station.

9.3 CLOUD OCPP

De modus CLOUD duidt aan dat het oplaadstation is verbonden met een besturings- en beheerplatform. Via dit
platform is het mogelijk om het station tijdens de werking te besturen en te controleren, en de oplaadsessies
op te slaan. Voor de eindklant zal de toegang tot de dienst mogelijk zijn via een APP of via RFID-kaarten die zijn
gecombineerd met hun profiel in volledige autonomie.
307

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido