Opmerking voor het aansluiten van de luidsprekerkabels op de receiver
Verwijder ongeveer 10 mm van het isolatiemateriaal aan het eind van de kabel en draai de
gestripte kabels.
Sluit de gestripte uiteinden van de kabels aan op de aansluitingen. Zorg hierbij dat de twee
kabels elkaar niet raken.
Controleer of de kabels goed zijn aangesloten op de luidspreker- en receiveraansluitingen.
Kortsluiting van de luidsprekers voorkomen
Door kortsluiting van de luidsprekers kan de receiver worden beschadigd. Om dat te
voorkomen, dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen bij het aansluiten van
de luidsprekers. Zorg ervoor dat een blootliggende draad van een luidsprekerkabel niet in
contact komt met een andere aansluitingsklem of een blootliggende draad van een andere
luidsprekerkabel.
Voorbeelden van slechte staat van een luidsprekerkabel
De gestripte luidsprekerkabel
raakt een andere luidsprekerklem.
Nadat alle componenten, luidsprekers en het netsnoer zijn aangesloten, dient u te controleren of
alle luidsprekers correct zijn aangesloten aan de hand van een testtoon. Zie pagina 27 voor meer
details over de testtoon.
Indien een luidspreker geen testtoon produceert of de testtoon wordt geproduceerd door een
andere luidspreker dan de luidspreker die wordt vermeld in het uitleesvenster, kan de
luidspreker zijn kortgesloten. Controleer dan de luidsprekeraansluiting opnieuw.
Opmerking
• Verbind de luidsprekerkabel met de juiste aansluiting op de componenten: 3 op 3 en # op #. Indien de draden
worden omgewisseld, is het geluid vervormd en is er te weinig bass.
• Als u voorluidsprekers met een lage invoertolerantie gebruikt, past u het volume voorzichtig aan om overmatige
uitvoer van de luidsprekers te voorkomen.
• Wanneer u de gestripte uiteinden van de luidsprekerkabels aansluit, moet u controleren of de uiteinden elkaar of
aangrenzende aansluitingen niet raken.
10mm
Gestripte kabels raken elkaar doordat er
teveel isolatie is verwijderd.
NL
19