6.
Bediening
6.1
Waarop u bij de bediening in elk ge-
val moet letten
¶
De bediening van de hefbrug is alleen toegestaan
aan geautoriseerde en ingewerkte personen met een
minimumleeftijd van 18 jaar.
¶
Alleen personenauto's en motorvoertuigen met een
maximaal totaal gewicht van 4000 kg opheffen.
¶
Bij maximale draaglast mag de lastverdeling ten
hoogste 3 : 1 bedragen, d.w.z. een draagarmenpaar
mag met maximaal 3000 kg worden belast.
¶
Sommige speciale voertuigen mogen niet met
hefbruggen met twee kolommen worden opgetild.
Controleer voor het opheffen of er geen sprake is
van een speciaal voertuig.
¶
Hef het voertuig alleen aan de vier door de voertuig-
fabrikant voorgeschreven opnamepunten.
¶
Hefbrug alleen via de meegeleverde bedieningseen-
heid bedienen.
¶
Let er voor het bewegen van de hefbrug op of er
geen personen in de gevarenzone aanwezig zijn,
geen voorwerpen tegen het voertuig aanleunen en
geen voorwerpen onder het voertuig liggen.
¶
Niet geautoriseerde personen mogen niet in het
gebied van de hefbrug verblijven.
¶
Het meerijden van personen op de hefbrug of in het
voertuig is verboden.
¶
De hefbrug mag niet als kraan of steun voor andere
hefmechanismen worden gebruikt (bijv. takel).
¶
Elektrische laswerkzaamheden aan het ogenomen
voertuig of aan de hefbrug zelf zijn alleen toegestaan
wanneer de hoofdschakelaar op OFF (O) is gedraaid.
¶
Bedien de hefbrug nooit wanneer deze foutieve
functies of beschadigde onderdelen heeft.
¶
Indien er storingen aan de hefbrug optreden moet
deze onmiddellijk buiten werking worden gesteld,
tegen onbevoegd gebruik worden beveiligd en de
Beissbarth-klantenservice op de hoogte worden
gebracht.
¶
Bij niet-gebruik de hoofdschakelaar afsluiten.
6.2
Inschakelen
De VLH 2140 via de hoofdschakelaar inschakelen:
¶
hoofdschakelaar op de stand ON(I) draaien.
"
Het hefplatform is bedrijfsklaar.
6.3
Voorbereidende maatregelen
1. Draagarmen volledig neerlaten
2. Draagarmen op maximale doorrijdbreedte zwenken.
3. Gereedschap, vuil, vet, en olie rondom het hefplat-
form verwijderen.
4. Opnameschijf olie- en vetvrij maken.
Beissbarth GmbH
Bediening | VLH 2140 | 121
6.4
Voertuig plaatsen
GEVAAR – verkeerde plaatsing van het voer-
tuig!
Gevaar voor overlijden of letsel door vallen of
kantelen van het voertuig tijdens het heffen,
tijdens het werken aan het voertuig en bij het
neerlaten.
¶
Het voertuig precies volgens de beschrijving
plaatsen.
1. Controleer of de draagarmen volledig zijn neergela-
ten en op maximale doorrijdbreedte zijn gedraaid.
2. Rij het voertuig recht in het midden tussen de ko-
lommen.
!
Let op de rijrichting! In rijrichting gezien moet de
bedieningseenheid zich bij de rechter hefkolom
bevinden.
3. Rijd het voertuig zo ver naar voren dat het zwaarte-
punt van het voertuig zich op hoogte van de kolom-
men bevindt.
i
Bij vele voertuigen ligt het zwaartepunt ongeveer op
de hoogte van de voorste deurscharnieren.
4. Open de voertuigdeur voorzichtig en verlaat het
voertuig.
!
Sla de voertuigdeur niet tegen de kolom!
5. Controleer de toestand van de door de voertuigfa-
brikant voorgeschreven opnamepunt met betrekking
tot stabiliteit en corrosie.
6. Draagarmen onder het voertuig zwenken en de op-
nameschijf onder de vier opnamepunten plaatsen.
7. Draai de opnameschijf tot deze met het volle opper-
vlak op de opnamepunten ligt.
!
Draai de opnameschijf niet over de aanslag heen.
De resterende schroefdraadlengte zou geen veilig
houvast garanderen.
i
Afstandshulzen gebruiken wanneer de hoogteverstel-
ling van de opnameschijven niet voldoende is.
!
Gebruik alleen de voorgeschreven afstandhulzen van
Beissbarth. Leg er in geen geval houten of beton-
blokken tussen!
"
Het voertuig is in de hefbrug geplaatst.
nl
|
1 692 826 073
2017-03-29