4. Plaats de bijstellingstool zodanig in de
positioneringstool met instelbare hoogte dat
het pijltje naar de huidige prestatie-instelling
van de klep wijst. Houd met één hand de
"bloemblaadjes" van de positioneringstool
met instelbare hoogte vast en draai met uw
andere hand de bijstellingstool tot het pijltje
naar de gewenste prestatie-instelling wijst
(afbeelding 4). De bijstellingstool laat een
klikgeluid horen en een geeft een voelbare
reactie wanneer u naar de instellingen draait.
Opmerking: de bijstellingstool heeft een
mechanische stop tussen instelling 1 en 8. Dit
is om onbedoelde bijstelling van de uitersten
van de beschikbare instellingen te voorkomen.
Opmerking: U zorgt voor een goede bijstelling
door te beginnen bij de huidige instelling van
de klep en rechtstreeks naar de gewenste
instelling te gaan.
5. Verwijder de bijstellingstool uit de
positioneringstool met instelbare hoogte
door deze ten minste 3 cm recht omhoog te
trekken voordat u de tool horizontaal uit de
positioneringstool met instelbare hoogte
verwijdert, om een onbedoelde bijstelling van
de klepinstelling te voorkomen.
6. Herhaal de stappen 2 en 3 om een
geslaagde bijstelling van de klepinstelling
te bevestigen. Bevestig altijd de gewenste
prestatie-instelling van de klep.
7. Als de gewenste klepinstelling niet wordt
gerealiseerd, herhaalt u de stappen 4 t/m 6.
8. We raden aan de klepinstelling vast te leggen
in het dossier van de patiënt en op de ID-kaart
op zakformaat (u kunt deze bestellen bij uw
lokale Integra-vertegenwoordiger).
54