3.5.15 - Instelling van de timertijden (PROGR. 1 en PROGR. 2) (T2)
Het is mogelijk om een van de twee of de beide timerprogramma's in te stellen.
Stel de tijden voor de activering en deactivering van het apparaat in de twee programma's in met de
afstandsbediening en ga als volgt te werk:
a.
Druk een of meerdere keren op de toets B6 (SET TIMER) tot op het display het symbool 1 (D8)
(inschakeltijd 1e programma) en het symbool ON (D16) weergegeven worden.
b. Verhoog of verlaag met de toetsen B7 (+ en -) het tijdstip waarop de klimaatregelaar ingeschakeld moet
worden.
De toetsen B7 (+ en -) wijzigen de instelbare tijd met stappen van 30 minuten.
c.
Druk een tweede keer op de toets B6 (SET TIMER) tot op het display het symbool 1 (D8) (uitschakeltijd
1e programma) en het symbool OFF (D14) weergegeven worden.
d. Verhoog of verlaag met de toetsen B7 (+ en -) het tijdstip waarop de klimaatregelaar uitgeschakeld moet
worden. De toetsen B7 (+ en -) wijzigen de instelbare tijd met stappen van 30 minuten.
e.
Druk opnieuw op de toets B6 (SET TIMER). Op het display worden het symbool 2 (D9) (inschakeltijd
2e programma) en het symbool ON (D16) weergegeven.
f.
Verhoog of verlaag met de toetsen B7 (+ en -) het tijdstip waarop de klimaatregelaar ingeschakeld moet
worden.
De toetsen B7 (+ en -) wijzigen de instelbare tijd met stappen van 30 minuten.
g. Druk opnieuw op de toets B6 (SET TIMER) tot op het display het symbool 2 (D9) (uitschakeltijd 2e
programma) en het symbool OFF (D14) weergegeven worden.
h. Verhoog of verlaag met de toetsen B7 (+ en -) het tijdstip waarop de klimaatregelaar uitgeschakeld moet
worden. De toetsen B7 (+ en -) wijzigen de instelbare tijd met stappen van 30 minuten.
NL - 26
D14
D8
D9
D16
T2
49