• Gebruik altijd kookgerei met een
schone bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op de
werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het oppervlak
van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor de
glazen plaat.
De kookplaat schoonmaken
• Verwijder direct: gesmolten kunststof,
plastic folie, suiker en suikerhoudend
voedsel, anders kan dit schade aan de
kookplaat veroorzaken. Doe voorzichtig
om brandwonden te voorkomen.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Wat moet u doen als ...
Probleem
U kunt de kookplaat niet in‐
schakelen of bedienen.
Gebruik de speciale schraper op de
glazen plaat en verwijder resten door
het blad over het oppervlak te
schuiven.
• Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende verkleuringen.
Reinig de kookplaat met een vochtige
doek en een beetje niet-schurend
reinigingsmiddel. Droog de kookplaat
na reiniging af met een zachte doek.
• Verkleuring glanzende metalen
verwijderen: reinig het glazen
oppervlak met een doek en een
oplossing van water met azijn.
Mogelijke oorzaak
De kookplaat is niet aange‐
sloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
De zekering is doorgesla‐
gen.
Stel gedurende 10 secon‐
den geen kookstand in.
U hebt 2 of meer sensorvel‐
den tegelijk aangeraakt.
Pauzeer is in werking.
Progress 17
Oplossing
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het aan‐
sluitdiagram.
Ga na of de zekering de oor‐
zaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa‐
teur.
Schakel de kookplaat op‐
nieuw in en stel de kook‐
stand binnen 10 seconden
in.
Raak slechts één tiptoets te‐
gelijk aan.
Raadpleeg "Dagelijks ge‐
bruik".