STAP 5
LED #3 : ROOD
PULSE SAVE
3
STAP 6
LED #4 : GEEL
LADEN
4
STAP 7
LED #5 : GEEL
OPTIMALI-
SEREN
5
STAP 8
LED #6
TEST na
laden
TEST
STAP 9
LED #6 / 7 / 8
OPTIMATE
smart
ONDERHOUD
8
Voor accu's in een gezonde
conditie blijft LED #6 (groen)
branden.
Uitzondering: STD nattecel-accu's
met vuldoppen hebben een lager
volledig geladen voltage: LED #6
blijft samen met led #7 branden.
Schakelt in wanneer de laadstatus van de accu 40% of minder bedraagt
Laadtijd: minimaal 15 minuten, maximaal 2 uur.
Er wordt een herstellading aangevoerd. Er wordt een stroom geleverd in pulsen om de accu
voor te bereiden op de ontvangst van een normale laadstroom. Deze modus is met name
effectief voor het herstellen van in de fabriek geactiveerde/'hoogwaardige' AGM lood- of
cyclische accu's.
De LAADmodus wordt geactiveerd als de accu meer dan 50% of meer ontladen is
(zoals getest bij STAP 3) of zodra de accu voldoende hersteld is tijdens STAP 5.
Het programma ampmatic™ voor de monitoring en controle van de laadstroom bepaalt
automatisch de efficiëntste laadstroom voor de aangesloten accu op basis van de
laadtoestand, de conditie van de accu en het opslagvermogen.
tijdens de LAADmodus voor de eerste keer 14,4 V (14,7 V) bedraagt.
Het stroomcontroleprogramma ampmatic™ levert nu stroompulsen om de individuele
cellen in de accu op gelijke spanning te brengen en optimaliseert het laadniveau.
Het laden zou voltooid moeten zijn binnen de minimale laadtijd die is ingesteld bij STAP 3.
Wanneer de accu nog verder moet worden geladen, verlengt het programma de
OPTIMALISEERmodus tot maximaal 2 uur.
Nota: de laadtijd wordt doorgaans verlengd indien het systeem een hoger dan verwacht
stroomgebruik van aangesloten circuits vaststelt of de conditie van de accu verre van
optimaal is.
Om veiligheidsredenen is de totale laadtijd beperkt tot 72 uur voor STAPPEN 4, 5 en 6.
TEST NA LADEN: De levering van stroom aan de accu wordt gedurende
KNIPPERT
** ALS het resultaat in STAP 3 ROOD was (led #8) of ROOD en GEEL (led #7 en 8), wat
6
aangeeft dat de accu vóór het aansluiten sterk ontladen was, wordt de
spanningsbehoudtest verlengd tot 12 uur om de accuconditie te bevestigen. Het
testresultaat (aangegeven met leds # 6, 7, 8) wordt realtime aangepast aan de gemeten
accuspanning.
AGM
0
STD
0
De test wordt onderbroken wanneer led #8 (rood) brandt. Er is sprake van een ernstig
probleem als de accu niet in staat is om voldoende lading vast te houden gedurende de
testperiode. Raadpleeg de tabel 'VROEGE TEKENEN VAN ACCUPROBLEMEN' op pagina 2
voor een vergelijking van de gegevens van de testleds met de geschatte laadstatus (SOC%).
U vindt meer informatie in het hoofdstuk 'OPMERKINGEN OVER DE TESTRESULTATEN'.
AAN
Instelling druppellaadspanning: 13,6 V nominaal bij 20 °C (68 °F). De
druppellaadspanning wordt omgekeerd evenredig met de omgevingstemperatuur
6
7
geregeld. Dat betekent dat de spanning wordt verhoogd bij lagere temperaturen en
verlaagd bij hogere temperaturen.
Aanpassing: -0,04 V / cel / °C boven of onder 20 °C (68 °F).
De standaard onderhoudslaadcyclus bestaat uit druppellaadperiodes van 30 minuten
gevolgd door telkens een rustperiode van 30 minuten. Tijdens de rustperiodes is er geen
laadstroom. Deze '50% bedrijfscyclus' voorkomt verlies van elektrolyten in verzegelde
accu's en minimaliseert geleidelijk verlies van water uit de elektrolyt in accu's met
vuldoppen, waardoor een significante bijdrage wordt geleverd aan het optimaliseren van de
levenscyclus van onregelmatig of seizoensgebonden gebruikte accu's.
Tijdens de druppellaadperiodes wordt een continu LAGE STROOMPULS GELEVERD OM
SULFATERING TE VOORKOMEN, het accuvermogen te vergroten en de levensduur te
verlengen.
Als de OptiMate vaststelt dat de accu spanning heeft verloren, keert het programma
terug naar STAP LADEN.
OF wanneer de accu tijdens TURBO SAVE voldoende is hersteld.
De OPTIMALISEERmodus start wanneer de spanning
30 minuten** onderbroken, zodat het programma kan bepalen
of de accu in staat is om de lading vast te houden.
20
40
7
8
8
40
60
ONDERHOUDSCYCLUS: Leds #6/7/8 branden constant
overeenkomstig de laadstatus die tijdens STAP 8 gemeten is.
60
80
6
7
7
80
100%
100%
6
29