Indien het apparaat niet volledig functioneel is en het gereedschap toch nog wordt
gebruikt, bestaat er aanzienlijke kans op letsel, schade aan de gezondheid en materiële
schade.
■
Geen gereedschap gebruiken waarvan de aan-/uitschakelaar defect is. Gereedschap
dat niet meer met de aan-/uitschakelaar kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en
dient te worden gerepareerd.
■
Alle onderhoud of reparatie altijd dient door gekwalificeerd personeel te worden uitgevo-
erd. Om de bedrijfsveiligheid op de lange termijn te waarborgen, mogen alleen originele
onderdelen worden gebruikt.
■
Veiligheidsvoorzieningen en/of delen van de behuizing mogen niet worden verwijderd.
■
Gebruik het gereedschap nooit wanneer een beschermkap ontbreekt of wanneer niet alle
veiligheidsvoorzieningen aanwezig en in perfecte conditie zijn.
■
Uit veiligheidsredenen zijn modificaties aan FÖRCH-gereedschappen niet toegestaan.
Het aanbrengen van modificaties aan het apparaat resulteert in onmiddellijk uitsluiten
van aansprakelijkheid.
■
Werkhandschoenen en veiligheidsbril dragen.
Gereedschap met pneumatische aandrijving kunnen splinters, stof en
anderen deeltjes met hoge snelheid doen opwaaien, wat tot ernstig
oogletsel kan leiden. Perslucht is gevaarlijk. De luchtstroom kan
gevoelige lichaamsdelen zoals ogen, oren etc. beschadigen. De door
de luchtstroom opgewervelde deeltjes en stof kunnen letsel veroorzaken.
■
Gehoorbescherming dragen.
Langdurige blootstelling aan het operationele geluid van pneumatisch
gereedschap kan tot permanent gehoorverlies leiden.
■
Gezichtsmaskers of adembescherming dragen.
Sommige materialen zoals lijm en teer bevatten chemicaliën. Het langdurig
inademen van deze dampen kan tot ernstig letsel leiden.
■
Nauw passende beschermende werkkleding dragen.
Haar, kleding, sieraden of andere vrijhangende zaken kunnen in bewegende
delen van gereedschap verstrikt raken, wat tot ernstig letsel kan leiden.
Draag nooit te wijde kleding en/of kleding met riemen of lussen etc. die in
de bewegende delen van het apparaat verstrikt kunnen raken. Doe bij het
werken alle sieraden, horloges, identificatieplaatjes, armbanden, halskettingen etc.
af die in het gereedschap verstrikt kunnen raken.
■
Raak nooit delen van het apparaat aan die in beweging zijn. Lang haar dient te worden
samengebonden of te worden bedekt.
■
Pneumatisch gereedschap hoort niet in handen van kinderen te belanden. Onbeheerd
achtergelaten of aan perslucht aangesloten gereedschap kan door onbevoegden worden
gebruikt en tot letsel aan hen of aan derden leiden.
■
Het apparaat niet gebruiken op plaatsen waar met explosiegevaar bestaat. Gereedschap
zoals slijpers kunnen vonken veroorzaken, wat tot ontbranding van ontvlambare
materialen kan leiden.
■
Gereedschap nooit in de buurt van ontvlambare stoffen zoals benzine, nafta of reinig-
ingsmiddelen etc. gebruiken. Alleen in schone, goed geventileerde gebieden werken
waar geen ontvlambare materialen aanwezig zijn. Nooit zuurstof, kooldioxide of andere in
flessen gevulde gassen gebruiken voor de aandrijving van pneumatisch gereedschap.