inhealth technologies Blom-Singer Instrucciones De Uso página 52

Het verwijderen of het inbrengen van hulpmiddelen in de punctie
dient alleen uitgevoerd te worden terwijl de gebruiker voor een
spiegel staat, met een fel licht direct op de stoma gericht. Let
op dat prothetische hulpmiddelen niet door ademhaling de
luchtweg in gezogen worden. In het onwaarschijnlijke geval
dat dit gebeurt, moet de patiënt proberen het hulpmiddel uit
de luchtpijp op te hoesten. Als dit niet lukt moet onmiddellijk
medische hulp gezocht worden.
Dilatatie van de TE-punctie (gebruiker/clinicus)
Dilateer de TE-punctie met de Punctiedilatator (gebruiker) of
het Dilatatie-/maatbepalingsinstrument (clinicus) met de juiste
diameter (zie meettabel). Plaats de conische punt van de dilatator
in de punctie en breng het apparaat volledig in tot aan het
halsbandje (afbeeldingen 1a, 3a, 5, 6). Raak het gedeelte van de
dilatator dat in de punctie komt niet aan. Bevestig de dilatator
aan de rand van de stoma met zelfklevende tape over het
halsbandje, om te voorkomen dat de dilatator uit de punctie
glipt. Opmerking: als de punctie recht naar achteren of enigzins
naar onder is gericht, moet de dilatator zo ingebracht worden
dat de kromming ook naar onderen wijst. Als de punctie omhoog
gericht is, moet de dilatator zo worden ingebracht dat de
kromming ook naar boven wijst. Verwijder de dilatator als de
patiënt moet kokhalzen of ongemak ondervindt. Gebruikers
moeten in dat geval hun arts of spraakpatholoog raadplegen.
De dilatator moet 5 minuten op zijn plaats blijven, of langer
indien nodig, om de TE-punctie voldoende te dilateren en de
stemprothese (clinicus: of maatbepalingsinstrument voor de
stemprothese) gemakkelijk ingebracht kan worden. Verwijder de
zelfklevende tape van het halsbandje, pak de dilatator stevig vast
en verwijder deze voorzichtig uit de punctie. Plaats onmiddellijk
een stemprothese (clinicus: of maatbepalingsinstrument voor de
stemprothese).
Meting van het TE-punctiekanaal (clinicus)
Opmerking: Meet altijd het TE-punctiekanaal om de juiste lengte
van de stemprothese te bepalen voordat een stemprothese
ingebracht wordt.
52 | 37685-01H