Aluminiumprofielen zagen
► Fig.51: 1. Spanschroef 2. Vulblok 3. Geleider
4. Aluminiumprofiel 5. Vulblok
Als u een aluminiumprofiel wilt vastklemmen in de span-
schroef, maakt u gebruik van vulblokken of stukken
afvalhout, zoals aangegeven in de afbeelding, om te
voorkomen dat het aluminiumprofiel vervormt. Gebruik
snijolie als smeermiddel bij het zagen van een alumini-
umprofiel om te voorkomen dat aluminiumslijpsel zich
op het zaagblad ophoopt.
LET OP:
Probeer nooit dikke aluminiumpro-
fielen of ronde aluminiumpijpen te zagen. Dikke
aluminiumprofielen kunnen losschieten tijdens het
zagen en ronde aluminiumprofielen kunnen niet
stevig worden vastgeklemd in dit gereedschap.
Houten bekleding
WAARSCHUWING:
hulpstuk aan de geleider met behulp van schroe-
ven. De schroeven moeten zodanig worden
gemonteerd dat de schroefkoppen onder het
oppervlak van het houten hulpstuk vallen zo
dat ze niet in de weg zitten van het werkstuk dat
wordt gezaagd. Als het werkstuk dat wordt gezaagd
verkeerd is uitgelijnd, kan het tijdens het zagen
onverwacht gaan bewegen, wat kan leiden tot verlies
van controle over het gereedschap en ernstig per-
soonlijk letsel.
LET OP:
Gebruik als houten hulpstuk een
recht stuk hout van gelijke dikte.
Het gebruik van een houten hulpstuk helpt om splinter-
vrije sneden te krijgen. Gebruik de gaten in de geleider
om een houten hulpstuk aan de geleider te bevestigen.
Zie de afbeelding voor de afmetingen van een dergelijk
houten hulpstuk.
15 mm
35 mm
92 mm
100 mm 70 mm
1
1. Gaten
KENNISGEVING:
Als de houten bekleding op
de geleider is bevestigd, mag u het draaibaar
voetstuk niet meer draaien terwijl het handvat
omlaag staat. Als u dit doet, kan het zaagblad en/of
het houten hulpstuk worden beschadigd.
Bevestig het houten
420 mm
50 mm - 60 mm
27 mm
1
85 mm
Steeds dezelfde lengte afzagen
LET OP:
Voor een gereedschap dat is uitgerust
met steunstangen en steunstanghouders als stan-
daard toebehoren, is dit type gebruik niet toegestaan
volgens de regelgeving van het land.
Als u meerdere werkstukken op dezelfde lengte wilt
afzagen, van 220 mm tot 385 mm, gebruikt u de aanzet-
plaat (optioneel accessoire). Monteer de aanzetplaat op
de steunstang (optioneel accessoire) zoals afgebeeld.
► Fig.52: 1. Aanzetplaat 2. Steunstangen 3. Schroef
Breng de zaaglijn op uw werkstuk op één lijn met de
linkerzijde of de rechterzijde van de groef in de zaags-
nedeplaat. Houd het werkstuk vast zodat het niet kan
bewegen, en plaats de aanzetplaat vlak tegen het einde
van het werkstuk. Zet daarna de aanzetplaat vast met
de schroef.
Wanneer u de aanzetplaat niet gebruikt, draait u de
schroef los en draait u de aanzetplaat uit de weg.
OPMERKING: Door de steunstangen en steunstang-
houder (optioneel accessoire) te gebruiken kunt u
stukken van dezelfde lengte van ongeveer maximaal
2.200 mm zagen.
Groeven zagen
WAARSCHUWING:
zaagsnede uit te voeren met een breder zaagblad
of sokkelzaagblad. Als u probeert een groef te
zagen met een breder zaagblad of een sokkelzaag-
blad, kan dat resulteren in een onverwacht zaagre-
sultaat en een terugslag die kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
WAARSCHUWING:
terug naar zijn oorspronkelijke positie voor
andere zaagbedieningen dan het zagen van groe-
ven. Als u een zaagsnede probeert te zagen met de
aanslagarm in de verkeerde positie, kan dat resulte-
ren in een onverwacht zaagresultaat en een terugslag
die kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
U kunt als volgt een groef in een werkstuk zagen:
1.
Stel de laagste positie van het cirkelzaagblad in
met behulp van de stelschroef en de aanslagarm, om
de zaagdiepte van het cirkelzaagblad te beperken.
Raadpleeg het tekstdeel over de aanslagarm.
2.
Nadat de laagste positie van het cirkelzaagblad is
ingesteld, kunt u evenwijdige groeven over de breedte
van het werkstuk zagen met behulp van schuivend
(duwend) zagen.
► Fig.53: 1. Groeven zagen met het zaagblad
3.
Verwijder het werkstukmateriaal tussen de groe-
ven met behulp van een beitel.
96 NEDERLANDS
Probeer niet dit type
Breng de aanslagarm