Dit is een korte handleiding
voor het (ver)laden met nood-
Nederlands
zakelijke informatie voor het rijden met
de veegmachine.
Vóór de inbedrijfstelling en voor de instel-
modus verwijzen wij naar de originele ge-
bruiksaanwijzing van het apparaat:
5.964-132.0 (KM 170/600 R D)
Voor de eerste inbedrijfstelling de veilig-
heidsaanwijzingen nr. 5.956-250 beslist
doorlezen!
Veiligheidsinstructies
Gevaar van gehoor-
schade. Bij het werken
met het apparaat in elk
geval een geschikte
gehoorbescherming
dragen.
Algemene aanwijzingen
De op het apparaat aangebrachte
–
waarschuwings- en aanwijzingsborden
geven aanwijzingen voor gebruik zon-
der gevaar.
Naast de aanwijzingen in de gebruiks-
–
aanwijzingen moeten de algemene vei-
ligheidsvoorschriften en voorschriften
ter vermijding van ongevallen van de
wetgever in acht genomen worden.
Instructies inzake uitladen
Gevaar
Verwondingsgevaar, beschadigingsge-
vaar!
Gewicht van het apparaat bij het verladen
in acht nemen!
Leeggewicht (zonder aan-
bouwsets)
* Indien aanbouwsets gemonteerd zijn, is
dat gewicht overeenkomstig hoger.
Geen vorkheftruck gebruiken.
Bij het verladen van het apparaat moet
een geschikt platform of een kraan ge-
bruikt worden!
Bij het gebruik van een losplank moet
het volgende in acht genomen worden:
Bodemvrijheid 70mm.
Wanneer het apparaat op een pallet ge-
leverd wordt, moet met de meegelever-
de planken een platform gebouwd
worden.
De handleiding daarvoor vindt u op pa-
gina 2 (binnenkant omslagpagina).
Belangrijke instructie: Elke plank
moet telkens met 2 schroeven vastge-
schroefd worden.
Rijfunctie
Gevaar
Verwondingsgevaar, beschadigingsge-
vaar!
Kantelgevaar bij de sterke hellingen.
In de rijrichting mag u slechts stijgingen
–
tot 18% nemen.
Kantelgevaar bij snel door de bochten rij-
den.
In bochten langzaam rijden.
–
Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.
Het apparaat uitsluitend op bevestigde
–
ondergrond bewegen.
Kantelgevaar bij de zijwaartse hellingen.
Dwars op de rijrichting alleen hellingen
–
tot maximaal 10 % berijden.
De voor motorrijtuigen voorgeschreven
–
maatregelen, regels en verordeningen
dienen altijd te worden opgevolgd.
De bediener moet het apparaat doel-
–
matig gebruiken. Hij moet bij het rijden
rekening houden met de plaatselijke
omstandigheden en bij het werken met
dit apparaat goed letten op anderen,
vooral op kinderen.
Het apparaat mag alleen door perso-
–
nen worden gebruikt die voor de om-
gang ermee zijn opgeleid of hun
vaardigheden in het bedienen hebben
aangetoond en uitdrukkelijk de op-
dracht hebben gekregen voor het ge-
bruik.
Het apparaat mag niet worden gebruikt
–
door kinderen of jongeren.
Het meenemen van begeleidende per-
–
sonen is niet toegestaan.
Zittend bediende apparatuur moet ook
–
vanuit de stoel in beweging worden ge-
zet.
Om onbevoegd gebruik van het appa-
raat te voorkomen, dient men de con-
tactsleutel te verwijderen.
Het apparaat mag nooit onbeheerd
worden achtergelaten zolang de motor
nog draait. De bediener mag het appa-
raat pas verlaten, als de motor is uitge-
zet, het apparaat tegen onbedoelde
bewegingen is afgeschermd, eventueel
1695 kg *
de handrem is aangetrokken en de con-
tactsleutel uit het contact is gehaald.
Apparaten met verbrandingsmotor
Gevaar
Verwondingsgevaar!
De uitlaat mag niet geblokkeerd wor-
–
den.
Niet over de uitlaat buigen of deze aan-
–
raken (verbrandingsgevaar).
Aandrijfmotor niet aanraken of vastpak-
–
ken (verbrandingsgevaar).
Uitlaatgassen zijn schadelijk voor de
–
gezondheid, ze mogen niet worden in-
geademd.
De motor heeft ca. 3 - 4 seconden na-
–
loop nodig na het uitzetten. In deze tijd
absoluut uit de buurt blijven van het
aandrijfbereik.
Apparaten met chauffeurscabine
In noodgevallen ruiten met de noodha-
–
mer inslaan.
Waarschuwing
De noodhamer bevindt zich in de voetruim-
te onder de bestuurderstoel.
Symbolen in de gebruiksaanwijzing
Gevaar
Voor een onmiddellijk dreigend gevaar dat
leidt tot ernstige en zelfs dodelijke lichame-
lijke letsels.
NL
1
-
Waarschuwing
Voor een mogelijks gevaarlijke situatie die
zou kunnen leiden tot ernstige en zelfs do-
delijke lichamelijke letsels.
Voorzichtig
Voor een mogelijks gevaarlijke situatie die
kan leiden tot lichte lichamelijke letsels of
materiële schade.
Symbolen op het apparaat
Verbrandingsgevaar
door hete oppervlakken!
Laat de uitlaatinstallatie
voldoende afkoelen voor-
dat u aan het apparaat
begint te werken.
Werkzaamheden aan het
apparaat altijd met ge-
schikte handschoenen
uitvoeren.
Knelgevaar door vast-
klemmen tussen bewe-
gende
voertuigonderdelen
Verwondingsgevaar door
bewegende onderdelen.
Niet erin grijpen.
brandgevaar. Geen bran-
dende of glimmende
voorwerpen opzuigen.
Kettingopname / kraan-
punt
Vastsjorpunt
Bandendruk (max.)
Opnamepunt voor krik
Maximale helling van de
ondergrond bij ritten met
opgetild veeggoedreser-
voir.
In de rijrichting mag u
slechts stijgingen tot 18%
nemen.
15