5.4
Opnemen
Het menu Opnemen (Record) toont de bedieningselementen voor het opnemen van video en
afbeeldingen. Pictogrammen die niet kunnen worden gebruikt, zijn gedimd (b.v. het
pauzepictogram werkt niet als er niet wordt opgenomen).
Functies:
1. Terug (Return) – terug naar vorige menu
2. Opnemen (Record) – start video-opname
3. Pauze (Pause) – video-opname onderbreken
4. Stoppen (Stop) – video-opname stoppen en index sluiten
5. Statuspictogram – toont de huidige status van de recorder
6. Schermopname (Video Screenshot) – stilstaand beeld vastleggen
7. Zet stabilisatie AAN/UIT – schakelt videostabilisatie AAN/UIT. OPMERKING: deze functie
werkt alleen als externe monitoren zijn aangesloten op een video-uitgang die stabilisatie
ondersteunt.
8. Camera loskoppelen/aansluiten – verbreekt/verbindt de camera met de recordermodule
9. Start (Home) – terug naar het startscherm
10. OSD – Schermmenu (On Screen Display). Doorloopt verschillende instellingen voor het
projecteren van informatie op het beeldscherm, zoals resterende ruimte op de harde schijf en
opnametijd.
11. X – sluit de case en keer terug naar het startscherm
5.5 Bestanden beheren
Het menu Bestanden beheren (Manage Files) heeft bedieningselementen voor het inzien en
beheren van case-bestanden die op de harde schijf van de recorder zijn geladen.
OPMERKING: Er moet een externe monitor zijn aangesloten om de bestandsbrowser te
kunnen bekijken.
•
Lijstbestanden (List Files) – roept de bestandsbrowser van de recorder op
•
Richtingstoetsen – wordt gebruikt om door de bestandsbrowser van de recorder te
navigeren
Enter – wordt gebruikt om een actie te bevestigen of te starten
•
•
Kopiëren naar USB (Copy to USB) – start de opdracht Kopiëren in de
bestandsbrowser van de recorder
Sluiten (Close) – sluit de actieve case en/of recordermenu
•
LIT- 248 SUNOPTIC SURGICAL
Rev. D
®
Pagina 120 van 189
(Nederlands)